In Glasgow vindt van 31 oktober tot 12 november de 26ste klimaatconferentie plaats. Twaalf dagen lang buigen 196 landen zich er - opnieuw - over de klimaatverandering en hoe we die moeten aanpakken. Hoe eenduidig zijn wetenschappers over de klimaatzaak? En in hoeverre houdt de politieke agenda rekening met klimaatwetenschap?
“Zo’n klimaattop is vooral een politieke aangelegenheid”, nuanceert professor Thomas Block het wetenschappelijk belang. Hij is politiek wetenschapper en directeur van het Centrum Duurzame Ontwikkeling. “Bijna 200 landen die samen onderhandelen over een complexe en urgente kwestie. Je kan dat gerust een diplomatiek succes noemen.”
Rijk versus arm
Grote koerswijzigingen kan je jammer genoeg niet verwachten, tijdens de klimaattop of COP (Conference of Parties). “De top is het sluitstuk van een groot voorafgaand proces,” vertelt Block, “waarbij de onderhandelingen vooraf de grenzen bepalen.” Denk maar aan de Europese Green Deal, die na lang overleg tussen Commissie en lidstaten de ambitie heeft om Europa tegen 2050 klimaatneutraal te maken.
Toch blijft het spannend. De vrees leeft dat de top in Glasgow (COP26) op een mislukking afstevent. Block: “We kijken dit jaar vooral naar het spanningsveld tussen de westerse en andere landen. Het debat draait dan vooral rond het behoud van levensstijlen, het recht op ontwikkeling, de klimaatkwetsbaarheid, financiering van schade en over de verschillende verantwoordelijkheden.”
Kloof tussen politiek en wetenschap
De klimaattop lijkt dus vooral een politieke discussie te worden. Want als het van de wetenschap afhangt, zouden de normen strenger zijn. Zoals bijvoorbeeld samengevat in publicaties van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change). “En wat landen onderhandelen, heeft niet het effect dat we voor ogen hebben”, vertelt Block.
“Op de klimaattop in Parijs, zes jaar geleden, is afgesproken dat de gemiddelde temperatuur op aarde met niet meer dan 2 graden Celsius mag stijgen. Liefst zelfs maar 1,5 graden. Om dat te kunnen realiseren, bepaalde elk land zelf haar doelstellingen - Nationally Determined Contributions heet dat. “Maar het is nu al gebleken dat de temperatuur met de huidige doelstellingen eerder 3,2 graden stijgt.”
De ambitie van deze klimaattop is dat landen hun Nationally Determined Contributions (NDC’s) naar een hoger niveau tillen. Block: “We hopen dat die ambitie op de top een boost krijgt. Welke emissies moeten we nastreven om onder die anderhalve graad te blijven? Maar ook al komt er tijdens de top een verandering, er zal altijd een grote kloof blijven tussen die politieke beslissingen en wat de wetenschappers zeggen dat er moet gebeuren. Daarover moeten we ons geen illusies maken.”
Media-aandacht voor klimaatkwestie
Critici wijzen dus op de dominantie van bestaande machtsrelaties. Toch kunnen er wel wat zaadjes geplant worden tijdens een klimaatconferentie. “Op een COP zien we zelden een verstoring van de gevestigde orde en overheersen betekenisloze speeches, maar soms laten belangrijke regeringsleiders zich toch gelden.”
“Denk maar aan de aanwezigheid van Obama in Kopenhagen (COP15). Tijdens de slotgesprekken toen werd niet alleen de ambitie voor Parijs (COP21) omhoog getild, maar ook de financiële steun voor ontwikkelingslanden. En misschien nog belangrijker: zo’n conferentie is een groot event dat heel wat media-aandacht met zich meebrengt. Het is een mooie gelegenheid om, ook als wetenschapper, de klimaatkwestie en verschillende klimaatperspectieven onder de aandacht te brengen bij het grote publiek”, vindt Block.
Ook werk voor wetenschappers
Over de hele wereld erkennen wetenschappers de klimaatverandering, op een paar uitzonderingen na. “Wetenschappers blijven hard werken om tot robuuste kennis over de klimaatkwestie te komen”, merkt Block op. “Dat gaat traag, maar het gebeurt gelukkig wel.” Dat bewijst ook het nieuwe rapport van het IPCC over de wetenschappelijke basis. Dat klimaatrapport leidt de klimaatconferentie in.
De erkenning is er. Toch is er nog heel wat werk aan de winkel als we de klimaatverandering willen tegengaan, aldus Block. “Wetenschappers erkennen in hun zoektocht naar oplossingen te weinig dat ook onze kennis gekleurd is. Noodgedwongen spelen bepaalde aannames, belangen of perspectieven mee, waardoor onze kennis altijd contextgevoelig is. Daarom is het belangrijk dat we dat benoemen.”
Radicale transitie
Nu framen wetenschappers volgens Block de klimaatkwestie vooral als een globaal CO2-probleem. “Daardoor is het mogelijk mondiale handel te drijven met emissierechten, en blijft de focus liggen op chemische eigenschappen. Maar moeten we onze consumptie- en productiepatronen, die helemaal niet duurzaam zijn, niet meer in vraag stellen? Bovendien maakt de framing geen verschil tussen luxe- en overlevingsemissies. Een Europeaan die de auto neemt om naar de bakker te gaan, scheren we over dezelfde kam als iemand in een ontwikkelingsland die vuur stookt om te kunnen eten. Daarom ben ik vragende partij om de bestaande framing aan te vullen met klimaatrechtvaardigheid.”
Met andere woorden: de klimaatproblematiek is zo urgent en complex dat een radicale transitie zich aandringt, aldus Block. “Daarvoor moeten we inter- en transdisciplinair werken, en ook niet-academische kennis de plek geven die het verdient.”
Krachten en kennis bundelen uit verschillende hoeken - en durven denken voorbij de dominante framing - alleen zo kunnen we de klimaatverandering tegengaan. Een les voor de klimaattop na Glasgow?
Lees ook
De impact van klimaatverandering begrijpen? Meten, meten en nog meer meten!
“De klimaatverandering is een globaal probleem. Maar als je de impact ervan echt wil kennen, moet je lokale data hebben.” Dat zeggen meteoroloog Steven Caluwaerts en bio-ingenieur Pieter De Frenne. Ze doen beiden onderzoek naar microklimaat, zij het met een ander vertrekpunt. “Eigenlijk zijn we heel complementair bezig. We zouden vaker moeten afspreken!”
Een veilige kluis voor ons blauwe goud?
Steeds vaker kampt Vlaanderen in de zomer met waterschaarste, terwijl we ’s winters meer dan voldoende – of zelfs te veel – water hebben. Kunnen we dat winterwater niet bewaren voor de zomer? Bio-ingenieurs Marjolein Vanoppen en Bart De Gusseme proberen het uit in het project ‘Deeper Blue’.
Klimaattoren in Congo dicht een groot gat in onze kennis
Diep in het Congolese regenwoud staat een toren van 57 meter hoog die moet helpen in de studie van de klimaatverandering. De UGent-klimaattoren meet sinds oktober 2020 hoeveel CO₂ het tropische bos opslaat en hoeveel water het verdampt. Op die plek is hij uniek”, vertelt professor Pascal Boeckx.
Helena nam als student deel aan de grootste klimaattop ter wereld
Helena Van Tichelen zat in het middelbaar toen de spijbelacties en jongerenmarsen rond het klimaat losbarstten. Het engagement dat ze toen oppikte, is ze jaren later nog lang niet kwijt. Midden november schoof ze de lessen en cursussen van haar derde bachelor bio-ingenieurswetenschappen even aan de kant om naar Egypte te trekken voor de grootste klimaatconferentie ter wereld: COP27.