Zoetstof die helemaal smaakt als suiker: knap staaltje van (Vlaamse) biotechnologie

Marjan De Mey

Een nieuwe suikervervanger, zeg maar Stevia 3.0, smaakt nét als suiker en is een pak gezonder. Ontwikkeld door een Amerikaans bedrijf, maar mee bedacht door UGent-professor Marjan De Mey. Een link die ook in de toekomst duidelijk overeind zal blijven.

NutraSweet Natural smaakt net als suiker, maar heeft niet de bittere en metalen nasmaak die je in traditionele alternatieve zoetstoffen vindt. Het resultaat van jaren onderzoek aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT), dat leidde tot de oprichting van een spin-off: Manus Bio. Dat bedrijf bracht het product op de Amerikaanse markt.

Genetische codes van planten nabootsen

De basis van dat verhaal werd mee gelegd door professor Marjan De Mey (faculteit Bio-ingenieurswetenschappen). Destijds stond ze als postdoctoraal onderzoeker bij het MIT mee aan de wieg van Manus Bio. Vandaag is ze, vanuit Gent, wetenschappelijk adviseur voor het intussen toonaangevende Amerikaanse bedrijf.

“Wat ik doe als onderzoeker, en destijds dus ook bij Manus Bio, is genetische codes van bepaalde stoffen uit planten halen en ze integreren in een micro-organisme”, verduidelijkt Marjan. “We kunnen bijzonder veel informatie halen uit planten. Vooral hun manier van communiceren is erg interessant: dat doen ze via geur-, smaak- en kleurstoffen.”

Kort gezegd ‘speelt’ Marjan met de genetische informatie die de geur-, smaak- en kleurstoffen bepaalt. Door ze na te maken in een micro-organisme en bewust bepaalde informatie niet te gebruiken, kan je optimaliseren. In het geval van Stevia 3.0: “We selecteren exact dat stuk genetische informatie die geen nasmaak geeft. Daarna ontwikkelen we bacteriële stammen op basis van die genetische codes. Als je de ingrediënten rechtstreeks uit de planten haalt, heb je die typische nasmaak wél”, legt ze uit.

NutraSweet

NutraSweet Natural smaakt net als suiker, maar heeft niet de bittere en metalen nasmaak die je in traditionele alternatieve zoetstoffen vindt. Ontwikkeld door een Amerikaans bedrijf, maar mee bedacht door UGent-professor Marjan De Mey.

De wereld een stukje beter maken

“Als biotech-onderzoeker hebben we één groot doel voor ogen: het leven van mensen verbeteren”, gaat Marjan verder. “En dat niet alleen op individueel, maar ook op maatschappelijk niveau. Neem nu NutraSweet Natural, het eerste commerciële product van Manus Bio: dat is heel wat minder calorierijk en een stuk gezonder dan suiker, waardoor het een oplossing kan zijn tegen de wereldwijde toename van diabetes.”

Maar ze noemt ook een belangrijk ecologisch voordeel: “Je hoeft niet langer planten te produceren of transporteren, er zijn geen chemicaliën nodig voor de extractie, je hangt niet langer af van een oogst enzovoort. We kunnen niet anders dan manieren zoeken om onze planeet niet verder uit te putten, en dit is er een van.”

Manus Bio ontwikkelt niet alleen die producten, maar produceert en commercialiseert ze ook. Naast NutraSweet Natural verkoopt het bedrijf onder andere ook geuren aan parfumhandelaars. En het mikt op medische toepassingen, zoals een antimalariamiddel. Of Taxol, een geneesmiddel tegen kanker. Marjan: “Dat is een chemokuur bij kanker die bestaat uit extracten van taxushagen. Nu, je hebt al heel wat van die hagen nodig om al die medicijnen te produceren. Dat probleem heb je met producten die de genetische code nabootsen helemaal niet.”

Zelf geneesmiddelen produceren doet Manus Bio momenteel nog niet. Marjan: “Maar dat is wel degelijk de bedoeling op lange termijn. Het is gewoon zo dat geneesmiddelen een veel langere en complexere weg moeten afleggen vooraleer je ze op de markt kan brengen.”

Nele Ameloot

Business developer Nele Ameloot: “Belgische universiteiten zijn voortrekkers in biotechnologie. Maar zelf produceren doen we hier niet echt. Daarom is het verhaal van Manus Bio zo inspirerend: we willen bedrijven laten zien hoe relevant een samenwerking tussen de academische en industriële wereld is.”

Inspiratie voor Belgische bedrijven en universiteiten

“Het bedrijf is dus allesbehalve een ééndagsvlieg”, besluit Marjan. “Dat is best uniek. Start-ups van Belgische universiteiten focussen zich vaak op één product en worden dan overgenomen door andere bedrijven. Manus Bio niet: zij hebben zowel een R&D-ruimte, in Boston, als een fabriek, in Augusta. Zowel fundamenteel onderzoek als opschaling en productieprocessen gebeuren in huis.”

Net omdat het verhaal zo uniek en zo inspirerend is, organiseerde Nele Ameloot onlangs een uitstap naar de fabriek tijdens de Belgische handelsmissie naar de Verenigde Staten. Nele vertegenwoordigt als business developer 20 onderzoeksgroepen die werken rond industriële biotech en groene chemie. “Belgische universiteiten zijn voortrekkers in biotechnologie”, legt Nele uit. “Maar zelf produceren doen we hier niet echt. Daarom is het verhaal van Manus Bio zo inspirerend: we willen bedrijven laten zien hoe relevant een samenwerking tussen de academische en industriële wereld is.”

“In Vlaanderen hebben we een heel sterke onderzoeks- en pilootinfrastructuur die uniek is in de wereld”, gaat Nele verder. “Maar de commerciële productie gebeurt meestal in het buitenland. Dat is heel jammer. Wij willen tonen dat het ook anders kan.”

Vlaamse biotechnologie op wereldkaart

Voor Nele en Marjan is dat trouwens meer dan alleen toekomstmuziek: het is de weg die ze uitstippelen voor B-COS, een toekomstige spin-off vanuit de onderzoeksgroep van Marjan. Dat bedrijf werkt onder andere aan een alternatief voor antibiotica in de veevoederindustrie. Marjan: “Zo krijgen we ook als mens minder antimicrobiële middelen in ons lichaam en kunnen we de resistentie tegen antibiotica beperken.”

Als wetenschapsadviseur geeft Marjan regelmatig haar kennis over specifieke technologieën door aan Manus Bio. Nele: “Die samenwerking is niet alleen inspirerend, maar ook heel praktisch. Binnenkort willen we een aantal onderzoeksprojecten starten met hen. Fundamenteel academisch onderzoek is essentieel. Maar als bedrijven een tandem vormen met onderzoekers, maak je die vertaalslag naar de commerciële wereld, en bied je zo een antwoord op de maatschappelijke problemen.”

Eén ding is zeker: binnenkort pronkt biotechnologie in Vlaanderen niet alleen op de academische, maar ook op de industriële wereldkaart. Dat is alvast de ambitie van Marjan en Nele.

Lees ook

Onderzoek met de ‘o’ van ontwikkelingssamenwerking

Hun onderzoek naar giftige schimmels in voeding is de basis, maar professoren Sarah De Saeger en Marthe De Boevre doen een pak meer. Een gedeelde passie voor ontwikkelingssamenwerking geeft hen een concreet doel: ze willen de gevaarlijke stoffen, die in het Globale Zuiden nog vaak tot doden leiden, volledig uitroeien.

Sarah De Saeger en Marthe De Boevre
view

Internationale toperkenning voor onderzoekster die strijdt tegen 'verborgen' honger

Professor Dominique Van Der Straeten mag zich voortaan fellow noemen van de prestigieuze American Association for the Advancement of Science (AAAS). Een internationale erkenning voor onderzoekers die een onschatbare bijdrage leveren aan de wetenschap en de toepassing ervan. In het geval van professor Van Der Straeten is dat voor haar onderzoek dat ‘verborgen’ honger en de gevolgen van de klimaatverandering moet terugdringen.

Dominique Van Der Straeten
view

Waar bewaar je chocolade tijdens de zomer?

Een probleem voor zoetekauwen tijdens de zomer: waar moet je heen met je chocolade? Gewoon in de snoepkast laten liggen of toch maar de koelkast?

Claudia Delbaere
view

CO₂ van staalproducent wordt visvoer

Wat heeft de productie van staal te maken met de productie van visvoer? Als het van UGent’ers Myrsini Sakarika en Nele Ameloot afhangt: alles. Zij helpen namelijk CO₂ van staalproducent ArcelorMittal Belgium om te zetten in proteïnen, die op hun beurt kunnen dienen voor visvoer. Baanbrekend onderzoek, al moet er nog een en ander gefinetuned worden: “Vissen zijn nogal veeleisend als het op hun dieet aankomt.”

Myrsini Sakarika en Nele Ameloot
view