Onderzoeker strijdt tegen vervelende bijwerking van borstkankerbehandeling met innovatieve contrastvloeistof

Loren Deblock

1 op de 9 vrouwen in België krijgt borstkanker. De behandeling gaat vaak gepaard met de inspuiting van een radioactieve vloeistof en blauwe kleurstof waarvan de borst jarenlang blauw kan kleuren. Om dat te vermijden werkt UGent-onderzoeker Loren Deblock aan een nieuwe contrastvloeistof gemaakt van… nanokristallen. Een gesprek over een onderzoek op het raakvlak van chemie, ingenieurswetenschappen en geneeskunde.

Hoe kwam je erop om borstkanker te onderzoeken?

Borstkanker is de meest voorkomende kanker en het gaat helaas in stijgende lijn. In België krijgt 1 op de 9 vrouwen borstkanker. Jaarlijks komen er in ons land meer dan 10.500 borstkankerpatiënten bij. Iedereen kent wel iemand die getroffen wordt door de ziekte. Ik wil een onderdeel van de behandeling beter en toegankelijker maken.

Hoe behandelen artsen borstkanker vandaag?

“Elke borstkankerbehandeling gebeurt op maat, maar een belangrijke stap bij veel patiënten is om de schildwachtklier operatief te verwijderen.”

Waarom speelt die schildwachtklier een rol bij borstkanker?

“De schildwachtklier is een soort poortwachter. Het is de eerste klier waar een kankercel van een tumor passeert als die uitzaait. Bij borstkanker ligt die schildwachtklier meestal in de oksel. Door ze te verwijderen en te onderzoeken, sporen artsen op of er uitzaaiingen zijn.”

Loren Deblock

Loren Deblock: "Jaarlijks komen er in ons land meer dan 10.500 borstkankerpatiënten bij. Iedereen kent wel iemand die getroffen wordt door de ziekte. Ik wil een onderdeel van de behandeling beter en toegankelijker maken."

Is het moeilijk om de schildwachtklier te opereren?

“In de oksel zijn er tot 50 klieren. Het is dus een hele uitdaging om de ‘juiste’ klier te detecteren. Dat gebeurt nu door een inspuiting van radioactieve vloeistof en blauwe kleurstof naast de tumor of in de tepel. Zo kunnen we vooraf en tijdens de operatie de klier zien.

De stoffen volgen dezelfde weg als een tumorcel. De eerste klier die oplicht op de SPECT-scan is de schildwachtklier, de belangrijke dominosteen die de chirurg verwijdert.”

Zijn er nadelen aan de huidige werkwijze?

“Er is inderdaad een keerzijde: de medische beeldvorming is traag en duur, de patiënt en het medische team zijn blootgesteld aan radioactiviteit en de borst kan maanden tot jarenlang blauw verkleuren.”

Dus jij dacht: “dat kan beter”?

“Klopt! Ik werk zowel op de detectie van de schildwachtklieren als aan de operatie zelf met mijn product. Het gaat om een nieuwe contrastvloeistof, gemaakt van nanokristallen.”

Nanokristallen?

“Een nanokristal of nanodeeltje is zo klein dat je het niet met het blote oog kan zien. Beeld je een tennisbal in en maak die honderd miljoen keer kleiner. Dan heb je een nanodeeltje!

Ik maak de deeltjes zelf in het labo; twee ingrediënten mengen, 96 uur in de oven op 220°C en klaar!”

Hoe gebruik je die nanokristallen?

“De nanodeeltjes wikkel ik in een jasje van moleculen waardoor je ze kan oplossen in water. Ik maakte ze ook infrarood-fluorescerend. Ze spelen dus een dubbele rol: voor de operatie zijn ze zichtbaar op een gewone CT-scan, in tegenstelling tot de huidige radioactieve contrastvloeistof. Tijdens de operatie helpen ze de chirurg met het infrarood-fluorescentie signaal.”

Nanokristallen

Loren Deblock: “Een nanokristal of nanodeeltje is zo klein dat je het niet met het blote oog kan zien. Beeld je een tennisbal in en maak die honderd miljoen keer kleiner. Dan heb je een nanodeeltje!"

Veel voordelen dus?

“Zeker! Ten eerste hebben alle ziekenhuizen een CT-scanner terwijl de SPECT-scanner duurder en minder standaard is. Dat is ook interessant voor derdewereldlanden.

Ten tweede kunnen artsen veel dieper kijken omdat het infrarood licht dieper penetreert. Met het blote oog is infrarood licht onzichtbaar. Een camera detecteert het licht en tijdens de operatie kijken chirurgen dan op een scherm om de schildwachtklier te zien liggen.

Ten derde is er geen blauwe kleurstof meer nodig waardoor de arts geen zee van blauw ziet tijdens de operatie. En nog beter: de patiënt riskeert geen jarenlange verkleuring meer.”

Wist je al voor de start van je onderzoek dat je product goed zou werken?

“Helemaal niet! (lacht). Gelukkig zag ik snel dat het wel werkte. Bij de eerste in vivo test was het al prijs. Dat had ik absoluut niet verwacht en ik was daar superblij mee.”

Kom je als chemicus buiten je comfortzone met dit onderzoek?

“Ik ben een chemicus pur sang maar mijn onderzoek heeft veel raakvlakken met de ingenieurswetenschappen en de gezondheidszorg. Over de jaren heen leerde ik zoveel bij in deze gebieden. Iets in de praktijk brengen is geen one-man-show. Het is belangrijk om elkaars ‘taal’ leren spreken, alleen zo kunnen we goed samenwerken.”

Hoe komen de ingenieurswetenschappen eraan te pas?

“Daar zit de expertise voor medische beeldvorming en het in vivo onderzoek op muizen. Die dierproeven zijn essentieel. Gelukkig is dat streng gereglementeerd. Ik moest 80 uur les volgen en een examen afleggen om met proefdieren te mogen werken.”

En ook de link met de geneeskunde is sterk?

“Als wetenschapper kunnen we niets deftig maken als we niet weten of het nuttig is voor de gebruiker, artsen in dit geval. Ik wilde hen daarom vanaf de start van mijn onderzoek betrekken. Ze zagen gelukkig het potentieel en wilden samen aan de geneeskunde van morgen werken.”

Kunnen we morgen de eerste borstkankerpatiënten behandelen met jouw contrastvloeistof?

“Daar zijn nog heel wat stappen voor nodig. De komende twee jaar wil ik mijn product finetunen door het verder te onderzoeken op cellen en muizen. Dankzij een samenwerking met het CRIG kan ik binnenkort ook op varkens testen. Daarnaast doe ik mijn best om geld te verzamelen om extra onderzoekers in te schakelen.

Mijn doel is om over twee jaar een spin-off op te richten zodat we ons product naar de markt kunnen brengen. Hiervoor zijn er natuurlijk nog klinische studies op mensen nodig. Als alles meezit, zouden we over 6 à 7 jaar de eerste patiënt kunnen behandelen.”

Wil jij UGent-onderzoek naar kanker steunen?

Het Cancer Research Institute Ghent (CRIG) verenigt meer dan 500 Gentse onderzoekers, van artsen en biotechnologen tot apothekers en ingenieurs, zodat sneller en efficiënter kankeronderzoek kan worden gedaan. Help mee en steun het CRIG met een gift.

Loren Deblock

Loren Deblock twijfelde voor zijn studiekeuze tussen chemie en geneeskunde. Hij behaalde een bachelor, master en doctoraat in de Wetenschappen: Chemie en is nu postdoctoraal wetenschappelijk medewerker aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur en de Faculteit Wetenschappen. Favoriete UGent-herinnering: "Mijn publieke doctoraatsverdediging. Op dat moment kwamen alle aspecten van mijn onderzoek samen en kon ik dat delen met mijn geliefden en vrienden."

33-67

Lees ook

Moeten we ons zorgen maken over de vogelgriep?

Zorgwekkend nieuws uit de Verenigde Staten. Daar is het vogelgriepvirus overgegaan van vogels op runderen, en zelfs op een mens. Hoe zit het bij ons? We stelden onze vragen aan professor Jeroen Dewulf, epidemioloog aan de faculteit Diergeneeskunde.

Vogelgriep
view

Biedt stoelgang een behandeling voor parkinson?

Een recente studie naar de ziekte van Parkinson toont aan dat een stoelgangtransplantatie een waardevolle nieuwe behandeling kan zijn. “Het biedt een potentieel veilige, doeltreffende en kostenefficiënte manier om de symptomen en de levenskwaliteit van miljoenen mensen te verbeteren. Een ‘bacteriepil’ zou de stoelgangtransplantatie misschien wel vervangen. Maar er is meer onderzoek nodig.”

Professor Vandenbroucke en Santens
view

Dierenartsen op zoek naar betere griepvaccins voor de mens

De jaarlijkse griepprik is niet altijd even doeltreffend en daarom is de medische wereld al lang op zoek naar een griepvaccin dat een bredere bescherming biedt. Ook aan de faculteit Diergeneeskunde wordt meegezocht.

Vaccin
view

Knip, knip: Zijn moleculaire schaartjes de antibiotica van de toekomst?

“De antibioticacrisis verplicht ons out-of-the-box te denken en innovatieve ideeën te proberen”, zegt Yves Briers. Met zijn spin-off Obulytix brengt hij nu meer dan twintig jaar academisch onderzoek naar de markt.

Bacteriofagen
view