Ze werd geen professionele zangeres, maar is wel dagelijks bezig met de stem. Imke Kissel onderzoekt eenzijdige stembandverlamming en wil de therapieën beter afstellen op de noden van patiënten.
Hoe kom je erbij om onderzoek naar stembanden te doen?
Imke Kissel: “(lacht) Ik ben altijd al bezig geweest met mijn eigen stem. Eigenlijk heb ik, voor zo lang ik me kan herinneren, altijd graag gezongen. Als kind droomde ik er zelfs van om professioneel zangeres te worden. Ik was geïntrigeerd door de stem, daarom koos ik ervoor om logopedie te studeren. Toen ik de kans kreeg om me er nog meer in te verdiepen via een doctoraat, was ik meteen heel enthousiast.”
Zing je nog steeds?
“Zeker. In mijn tweede jaar bachelor ben ik bij het Gents Universitair Koor gegaan. We treden minstens twee keer per jaar op, telkens op het einde van het semester. Ik heb er mijn beste vrienden leren kennen. Het is fijn om wekelijks omringd te zijn door mensen met dezelfde passie.”
Het is niet enkel je passie, maar ook het onderwerp van jouw onderzoek. Wat doe je precies?
“Ik onderzoek eenzijdige stembandverlamming. Dat wil zeggen dat een van de twee stembanden tijdelijk of permanent verlamd is. Normaal gezien bewegen de twee stembanden naar een middellijn toe als je praat, zingt of andere geluiden produceert. Door de lucht die je tussen je stembanden perst, krijg je trillingen die zich uiten als geluid. Als een van je stembanden verlamd is, beweegt die niet meer. Met andere woorden: je hebt maar één stemband meer die actief meewerkt om geluid voort te brengen.”
Kan je dan nog praten?
“Soms. Als de verlamde stemband dicht genoeg bij die middellijn staat, kan de andere stemband dat compenseren. Vaak is het vermoeiender en kan je niet zo luid praten, maar lukt het wel nog. Als de verlamde stemband te ver van de middellijn ligt, kan de andere stemband die afstand niet compenseren. Dan is fluisteren het hoogst haalbare.”
Hoe raakt een stemband verlamd?
“In veel gevallen is dat na een operatie, als er een tak van de nervus vagus geraakt wordt. Die tak staat specifiek in voor de aansturing van de spieren die de stembanden doen bewegen. De stembanden zijn dan de eerste slachtoffers. Vaak is dat na schildklier- of hartoperaties of andere ingrepen in de buurt van die zenuw. In sommige gevallen kan een infectie, intubatie of een tumor de oorzaak zijn. En soms is de oorzaak gewoon onduidelijk.”
Is die verlamming permanent?
“Dat kan, maar niet noodzakelijk. Logopedie is mogelijk een redmiddel, omdat we daar de juiste spieren weer proberen te activeren. Met logopedie kan je ook andere technieken leren om je stem zo optimaal mogelijk te gebruiken zonder dat er te veel lucht ontsnapt tussen de stembanden. Sommige mensen kiezen voor een operatie, waarbij een chirurg een soort van prothese aanbrengt om de stemband naar het midden te fixeren.
Het grote probleem is: er zijn veel verschillende soorten logopedische technieken, maar eigenlijk weten we niet welke techniek waarvoor het beste werkt. Daar gaat mijn onderzoek over: ik probeer methodes in kaart te brengen en ze een-op-een te linken aan een gevolg. Met die informatie moeten logopedisten in de toekomst nog efficiënter en meer therapie op maat kunnen geven.”

Imke terwijl ze aan het "bubbelen" is. Dat is een techniek om de spieren in en rondom het strottenhoofd te ontspannen. Een voorbeeld hiervan is de ‘Lax Vox’ methode, waarbij je zingt of klank maakt door een buisje dat gedeeltelijk in water hangt.
Hoe onderzoek je dat?
“Ik geef therapie aan proefpersonen. Dat zijn patiënten die via het UZ Gent bij ons komen en willen deelnemen aan het onderzoek. De therapie is een intensieve periode van gemiddeld twee weken, gevolgd door zes weken therapie op een lager ritme. Voor, tijdens en nadien kijken we of de stemkwaliteit verbeterd is, via een stroboscopie of stembandonderzoek. Dan gaan we met een lange, flexibele camera door de neus van de patiënt naar de keel om de stemplooibewegingen te bekijken. Maar de kwaliteit van een stem testen gaat om meer dan dat. We meten ook hoeveel lucht er verloren gaat terwijl een patiënt spreekt of hoe groot het stembereik is. En zelfs hoe de patiënt zich voelt bij zijn of haar stemevolutie.”
Dat laatste is een gevoel en dus niet meetbaar?
“We proberen dat in kaart te brengen via een vragenlijst, want een gevoel objectiveren is inderdaad niet simpel. Maar het is belangrijk dat we dat doen, want je mag niet onderschatten hoe belangrijk je stem is voor je persoonlijkheid. Iedereen heeft een soort van standaard voor zichzelf. Voor de ene heeft zelfs het kleinste verschil al een grote impact op hoe ze zich voelen, voor de andere speelt dat een minder grote rol.”
Hoezo?
“Denk aan mensen die in het onderwijs staan. Als zij moeite hebben om te praten, kunnen zij geen volledige dagen meer voor een klas staan. Er zijn verschillende mensen met een gedeeltelijke stemparalyse die weken, maanden of zelfs voor de rest van hun leven niet meer kunnen werken. De mentale impact is immens. Bij die gevolgen wordt vaak te weinig stilgestaan. Ook dat probeer ik tijdens mijn onderzoek in kaart te brengen in de hoop dat zorgverleners aandachtiger worden voor de psychosociale noden van patiënten.”
Ben je nooit bang om zelf je stem kwijt te raken?
“Natuurlijk wel. Ik stel mezelf soms de vraag: ‘Wat als dit met mij gebeurt?’. Ik ben ook afhankelijk van mijn stem. Niet alleen in mijn professionele leven. Ik weet niet wat ik zou doen mocht ik niet meer kunnen zingen.”

Imke Kissel is logopedist en doctoraal onderzoeker aan de vakgroep Revalidatiewetenschappen van de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen. Haar favoriete plek is het Muinkpark, vroeger voor een blokpauze, nu voor een picknick met vrienden.
Lees ook
Is het makkelijker om te leven met hiv dan met het stigma errond?
Hiv, het virus achter aids, dook op in de jaren tachtig. Maar intussen is het lang niet meer een doodvonnis. Toch blijft na al die tijd een hardnekkig stigma rond hiv overeind. Waarom is dat zo en valt er iets aan te doen?
Een beter leven voor patiënten dankzij Fonds Diabetesonderzoek
Diabetes heeft misschien niet meteen het label van ernstige ziekte, toch is de impact ervan niet te onderschatten. Om het leven van patiënten te verbeteren, richtten professor Bruno Lapauw en professor Guy T’Sjoen het Fonds Diabetesonderzoek op.
Gentse onderzoeksters detecteren borstkanker weldra zonder pijnlijke mammografie
Een op 8 vrouwen in België wordt getroffen door borstkanker. Het is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Wereldwijd zijn onderzoekers op zoek naar innovatieve detectie- en behandelmethodes. Zo ook experimenteel oncologe An Hendrix en medisch oncologe Hannelore Denys.
Ligt de oorzaak van parkinson in onze darmen? “Meer onderzoek nodig, maar dat vraagt middelen”
Er zijn naar schatting 35.000 parkinsonpatiënten in ons land. Professoren Roosmarijn Vandenbroucke en Patrick Santens zoeken via hun onderzoek naar meer kennis over de ziekte. “Maar dat vraagt bijzonder veel middelen, die er vaak niet zijn”, klinkt het.