Een wereldautoriteit is Marleen Temmerman al langer dankzij haar onverzettelijke strijd voor vrouwenrechten en -gezondheid. Nu komt daar een extra erkenning bij als kersvers lid van de National Academy of Medicine. En dat als eerste Belgische vrouw ooit.
De erkenning is niet van de minste. De National Academy of Medicine is het hoogste orgaan op vlak van geneeskunde in de Verenigde Staten. Leden van de academie zijn stuk voor stuk gerenommeerde academici, meestal van toonaangevende Amerikaanse universiteiten, die unieke bijdragen leveren aan de gezondheidszorg.
“Elk van hen verricht prachtig onderzoek dat ook effectief een toepassing in het werkveld vindt”, legt professor emeritus Marleen Temmerman uit. “Als niet-Amerikaanse is het bijzonder moeilijk om daar binnen te geraken.” Maar nu staat ze er zelf tussen en dat had ze nooit verwacht.

Dertig jaar geleden in Gent
Noem het gerust Belgische nederigheid, want met de verwezenlijkingen op haar palmares heeft ze nationaal en internationaal een verschil gemaakt. Een van de projecten waar ze best trots op is, startte meer dan dertig jaar geleden toen ze zich als gynaecoloog inzette voor meisjes die het slachtoffer waren van verkrachting.
Marleen: “Ik was actief op het departement Gynaecologie aan het UZ Gent. Met onze dienst werkten we toen samen met huisartsen- en vrouwengroeperingen, maar ook met Stad Gent, de provincie, de politie en justitie om het geweld tegen vrouwen op de agenda te krijgen. Dat koppelden we aan onderzoeksvragen zoals: hoe vaak komt seksueel geweld voor, wat zijn de risicofactoren, hoe goed is de hulpverlening enzovoort.”
Marleen en haar collega's gebruikten die ervaring om een project op poten te zetten waarin hulpverleners leerden hoe ze met slachtoffers van seksueel geweld moeten omgaan.“Slachtoffers van verkrachting kwamen toen nog terecht op spoed tussen andere patiënten, en werden niet met de nodige empathie opgevangen.”
Het project startte aan het UZ Gent, maar groeide uiteindelijk door tot het nationale niveau: met steun van de overheid krijgen hulpverleners in alle Belgische ziekenhuizen zo’n opleiding. Het project lag mee aan de basis van onze huidige zorgcentra.
Problematiek op de wereldkaart gezet
Intussen werd Marleen in 1992 de allereerste vrouwelijke professor gynaecologie in België, en richtte ze het International Centre for Reproductive Health op: een multidisciplinair centrum binnen de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen van de UGent. Vijfentwintig jaar later is het een gerespecteerde instelling in binnen- en buitenland.
Het centrum voert onderzoeksactiviteiten en projecten rond vrouwenrechten uit, en dat zowel in Europa, Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Marleen: “Wij werken niet alleen samen met gezondheidscentra, maar ook met bijvoorbeeld mensenrechtenorganisaties. We zijn een UGent-onderzoekscentrum in België, en tegelijkertijd een grote ngo met zo’n honderdvijftig medewerkers in Kenia en Mozambique. We zijn een van de langst bestaande organisaties die werken rond seksuele en reproductieve gezondheid. We hebben de problematiek op de wereldkaart gezet”, vertelt ze.
Met het ICRH heeft Temmerman een organisatie uit de grond gestampt die uitgroeide tot een internationale speler van belang. “Ik had nooit gedacht dat we zo groot zouden worden toen we twintig jaar geleden begonnen in Kenia”, zei ze erover in een vorig interview.
Van de WHO naar Kenia
Ondertussen woont en werkt ze al zeven jaar in Kenia. Na haar job als hoofd van het Departement voor Reproductieve Gezondheid van de Wereldgezondheidsorganisatie ging ze op 62-jarige leeftijd aan de slag bij het Aga Khan Development Network. Het woord ‘pensioen’ staat duidelijk niet in haar woordenboek.
Ze combineert er onderzoek met concrete projecten. Zo werkt ze bijvoorbeeld rond tienerzwangerschappen. Marleen: “In Kenia komt dat voor bij maar liefst een op de vier meisjes. Niet alleen geven we meisjes voorlichting, we begeleiden ze ook tijdens de zwangerschap, controleren ze op HIV en zorgen ervoor dat ze weer naar school kunnen na hun bevalling.” Daarnaast organiseert ze er opleidingen voor hulpverleners. Haar strijd voert ze niet voor niets: de moedersterfte in Kenia is in al die jaren alleen maar gedaald.
“Dankzij de inzet van heel veel mensen”, verklaart Marleen. “Maar de moedersterfte is nog altijd vrij hoog. We moeten dus nog meer inzetten op de kwaliteit van de gezondheidszorg, zeker bij de bevalling. Ook op reproductieve rechten, het recht van een vrouw om zelf te beslissen over de zwangerschap en contraceptie moeten we meer inzetten.”
De ambitie van Marleen
Als lid van de National Academy of Medicine vergroot ze nu haar impact nog meer. “Voor mij voelt het alsof ik in een soort familie terechtkom, met topmensen op allerlei verschillende soorten domeinen. Je legt connecties en bouwt netwerken op, waardoor er nog meer mogelijkheden zijn.”
In eerste instantie is het doel de gezondheidszorg verbeteren, via vooruitgang van de wetenschappen én door meer mensen toegang te geven tot gezondheidszorg. “En dat is ook mijn ambitie, want die ongelijke toegang is nog altijd een groot probleem”, vertelt Marleen. Zo zet ze alweer een grote stap om gezondheid en rechten op de wereldkaart te krijgen.
Het werk dat Marleen Temmerman doet, wordt voor een stuk mogelijk gemaakt door giften. Zo’n vijf jaar geleden richtte ze zelf het UGent-Fonds Marleen Temmerman op. “Met giften aan het fonds steun je onderzoek en opleiding, maar ook vele projecten in Kenia en Mozambique. “Die zijn vaak getrokken door enthousiaste jonge mensen die de fakkel overnemen, en dat maakt me heel gelukkig”, zegt ze daarover.
Wil je het Fonds Marleen Temmerman steunen en zo mee het verschil maken voor vrouwengezondheid en -rechten wereldwijd?
Lees ook
Extra kansen voor jonge kankeronderzoekers
Kankeronderzoeker Celine Everaert ontwikkelt momenteel een belangrijke test die moet helpen kankerpatiënten beter te behandelen. Dat kan ze doen dankzij een beurs, die er kwam door giften en nalatenschappen.
Arnes engagement leeft verder in fonds voor kankeronderzoek
Hij was Chiroleider, OCMW-raadslid, regelmatig te vinden in het jeugdhuis van Ledegem en overal graag gezien. Maar in 2015 verloor Arne Lannoy op amper 23-jarige leeftijd de strijd tegen een hersentumor. Om de herinnering aan hem levendig te houden, richtte zijn familie in zijn naam een fonds op aan de UGent. Het doel is om onderzoek naar hersentumoren te steunen.
Een erfenis als katalysator voor de behandeling van buikvlieskanker
Niet veel mensen kennen het: buikvlieskanker. Nochtans treft de ziekte, vooral als uitzaaiing van een andere kanker, heel wat patiënten. Helaas is het vaak te laat als je die diagnose krijgt: bestaande behandelingen slaan amper aan. Baanbrekend onderzoek van professor Wim Ceelen resulteert nu in nieuwe veelbelovende behandelingen. En dat dankzij de erfenis van een overleden patiënt.
Aurèle steunt fonds voor Plantentuin: een ode aan zijn moeder
Nadat zijn moeder overleed, besloot Aurèle De Vos om zijn moeder te gedenken door aan de Plantentuin te schenken in de vorm van een fonds. Het moet de Plantentuin helpen om zeldzame en bedreigde planten te beschermen.