In kankeronderzoek kruipt tijd. Veel tijd. En geld.Postdoctoraal onderzoeker dr. Heleen Dewitte kan daarover meespreken. Dankzij het CRIG, het Cancer Research Institute Ghent, kan zij haar veelbelovende onderzoek voeren.
Kankeronderzoek begint in een labo. Ook voor Heleen. Zij bestudeert er manieren om het immuunsysteem van de patiënt te activeren bij bepaalde soorten kanker. Heleen: “Dankzij je immuunsysteem ben je in staat te strijden tegen alles dat ongezond is in je lichaam. Tegen virussen als griep, bijvoorbeeld. Maar je kan het immuunsysteem ook gebruiken als bondgenoot in de strijd tegen kanker.”
Koppige tumoren
Belangrijke vereiste is dat het immuunsysteem lang genoeg actief blijft, zodat het kan reageren op de tumor. Dat is niet zo vanzelfsprekend, want een tumor is koppig en slaagt er vaak in om die reactie te omzeilen of om zichzelf te verbergen voor het immuunsysteem. Heleen: “Daar proberen wij dus iets op te vinden.”
CRIG-beurs voor jonge onderzoekers
Heleen en haar collega’s ontwikkelden een partikel dat mogelijk als medicijn zou kunnen werken. Vandaag zet ze haar onderzoek naar dat partikel verder met een beurs van Kom op Tegen Kanker. Maar om zo’n beurs te krijgen, moet je al eerste resultaten behaald hebben. Niet vanzelfsprekend, want ook die eerste experimenten zijn erg duur. Heleen: “Zeker omdat je met relevante materialen moet werken, die allemaal geweldig veel geld kosten.” Intussen is ze ook bezig met een nieuw onderzoek en daarvoor kreeg ze een YIPOC-beurs van het CRIG. Dat is de Young Investigator Proof of Concept-beurs, heel specifiek bedoeld voor jonge postdoctorale onderzoekers. Zo kreeg Heleen negen maanden de tijd om haar idee te staven. Heleen: “Voor mijn onderzoek is die beurs een enorme meerwaarde.”
Proces dat tien jaar kan duren
Heleen en haar collega’s zijn al een aantal jaren bezig met het onderzoek. Heleen: “Wat wij doen, is preklinisch onderzoek. Daar kruipt veel tijd in. Het gaat met vallen en opstaan. Nu hebben we iets ontwikkeld waar toekomstmuziek in zit en waarmee we verder kunnen.” Toch gaat het onderzoek wellicht nog een jaar of vier duren vooraleer ze er helemaal mee klaar zijn. Pas daarna gaat het dan naar een klinische studie. Op dat moment wordt het medicijn voor een eerste keer toegediend aan patiënten. En daarna kan het nog jaren duren vooraleer het medicijn ook echt op de markt komt. Heleen: “Het is een proces dat makkelijk tien jaar kan duren. Dat is lang. Maar ik vind dat heel terecht. Je moet eerst honderd procent zeker zijn dat iets werkt vooraleer je het toepast. De veiligheid van de patiënt staat altijd op de eerste plaats.” Zoals Heleen zijn er veel kankeronderzoekers, die patiënten langer kankervrij willen houden. Ze spelen in op nieuwe technologieën om meer doelgerichte en efficiëntere therapie te ontwikkelen. Maar dat kost heel veel geld en tijd.
Lees ook
Ik twijfel, dus ik ben: Heleen Dewitte
In 'Ik twijfel, dus ik ben' nodigt het GUM wetenschappers uit om in hun hoofd te laten kijken. Ze laten zich hierbij leiden door het 'Rad van de Twijfel'.
Lees ook
Is het makkelijker om te leven met hiv dan met het stigma errond?
Hiv, het virus achter aids, dook op in de jaren tachtig. Maar intussen is het lang niet meer een doodvonnis. Toch blijft na al die tijd een hardnekkig stigma rond hiv overeind. Waarom is dat zo en valt er iets aan te doen?
Een beter leven voor patiënten dankzij Fonds Diabetesonderzoek
Diabetes heeft misschien niet meteen het label van ernstige ziekte, toch is de impact ervan niet te onderschatten. Om het leven van patiënten te verbeteren, richtten professor Bruno Lapauw en professor Guy T’Sjoen het Fonds Diabetesonderzoek op.
Gentse onderzoeksters detecteren borstkanker weldra zonder pijnlijke mammografie
Een op 8 vrouwen in België wordt getroffen door borstkanker. Het is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Wereldwijd zijn onderzoekers op zoek naar innovatieve detectie- en behandelmethodes. Zo ook experimenteel oncologe An Hendrix en medisch oncologe Hannelore Denys.
Ligt de oorzaak van parkinson in onze darmen? “Meer onderzoek nodig, maar dat vraagt middelen”
Er zijn naar schatting 35.000 parkinsonpatiënten in ons land. Professoren Roosmarijn Vandenbroucke en Patrick Santens zoeken via hun onderzoek naar meer kennis over de ziekte. “Maar dat vraagt bijzonder veel middelen, die er vaak niet zijn”, klinkt het.