Brugge mag vandaag dan vooral een toeristenmagneet zijn, ooit was de stad een internationale wereldstad zoals Londen of Shanghai. Dat had ze te danken aan haar vele voorhavens in de Zwingeul. Nieuw archeologisch, historisch en geologisch onderzoek laat nu toe om dat verleden op ongeziene wijze te reconstrueren.
Die reconstructie mag je letterlijk nemen. Op visueel vlak dan toch: dankzij een intensieve samenwerking met tekenaars laten de onderzoekers de havenstadjes ‘herleven’ in 3D. Het middeleeuwse Damme of Sluis zijn tot in detail uitgewerkt, en ook Brugge kent een nooit geziene visualisatie die bijna fotorealistisch is. Alle huidige kennis over gebouwen, straten, ligging enzovoort is zo correct mogelijk gevisualiseerd. Zelfs het compleet verdwenen havenstadje Monnikerede komt weer tot leven.
Archeologie zonder te graven
Dat laatste stadje lag op een steenworp van Damme, ergens in de buurt van wat nu de Damse Vaart is. Hebben de onderzoekers dat stuk polderregio van om en bij de 20 kilometer dan helemaal omwoeld om dat te achterhalen? Integendeel: “De Zwinhavens zijn in kaart gebracht op basis van niet-gravend of non-invasief onderzoek door post-doc’er Jan Trachet”, vertelt professor Wim De Clercq van de vakgroep Archeologie van de UGent.
Via luchtfotografie, bijvoorbeeld, kan je ‘verklikkers’ in het landschap spotten. Veel materiaal ligt trouwens gewoon letterlijk voor het rapen: “Als je velden ploegt, kom je heel wat tegen. Bij de onderzoeksmethode fieldwalking lopen we over het veld en leggen we de coördinaten van onze vondsten vast met een gps. Per scherf kunnen we schatten hoe oud ze ongeveer is. Als je al die vindplaatsen plot op een geografische ‘kaart’ zie je clusters ontstaan. Dan zie je bijvoorbeeld een zone met enkel materiaal uit de 13de eeuw, een andere zone met scherven uit de 15de eeuw, …”
Wat de mollen vertellen
En ook in de grond kijken, kan zonder te graven, via geofysisch bodemonderzoek: “Met EMI-scans meet je bijvoorbeeldde magnetische geleidbaarheid van een bepaald bodemvolume. Een muur uit gebakken klei bevat ijzermineralen, die magnetiserend werken. De kleigrond ernaast bevat geen ijzermineralen en werkt dus niet magnetiserend. De scans meten de verschillen. Zo kom je te weten of er een gebouw onder de grond zit, of er een straat loopt enzovoort. We hoeven dus niet altijd putten te graven als archeologen.”
Daarnaast helpt een onverwachte partner in crime bij het bodemonderzoek: de mol. “Een groot stuk van de havenzone is weiland, met wel honderden molshopen. Studenten zeefden die grond en determineerden de vondsten: het aantal steentjes, hoeveel nagels, botten, scherven, … Het interessante aan de mollen is dat ze terechtkomen op plaatsen waar huizen gestaan hebben. Op die plaatsen zit namelijk veel organisch afval in de grond waar de wormen van leven. Loopt er een weg onder de grond? Dan zie je dat die molshopen plots veel meer kleine keitjes naar boven brengen dan in molshopen uit de buurt.”
Virtual Reality
Om de stadjes te visualiseren, worden de diverse bronnen samengebracht. Wim De Clercq: “We combineren archeologisch onderzoek en geofysische bodemscans met historisch onderzoek van kaarten en tekstbronnen. Uit de teksten halen we informatie over wie er op dat perceel woonde, in welk type van huis en de grootte van het perceel. De archeologische vondsten van die locatie brengen we vervolgens in kaart om te zien welke activiteiten er daar gebeurden.”
Op basis daarvan volgt er een plan van de stad, om vervolgens meer in detail elk huis te reconstrueren. Een heus monnikenwerk, waar maanden intensieve samenwerking in kruipt. Om een idee te geven: aan de 3D-visualisaties van Monnikerede en het Kasteel van Sluis werkten verschillende onderzoekers en tekenaars zes maanden intensief samen. Het resultaat is verbluffend. Bovendien kan je het vanaf juli zelf ontdekken langs fietsroutes in het polderlandschap met speciale VR-kijkers, in het kader van de expo ‘Verdwenen Zwinhavens’.
Ontbossing
Wat er alleszins niet meer in de 3D-visualisaties zit, zijn bomen. “De streek was destijds zo goed als ontbost”, legt Wim De Clercq uit. “Nooit eerder woonden zoveel mensen zo dicht bij elkaar in een stedelijke omgeving. Ze werkten er in de handel, in de havens en in allerlei industrieën gelinkt aan de havens. Hoeke, nu een klein dorpje, was toen een scheepswerf. Dat weten we omdat we er enkele smederijen lokaliseerden. De behoefte van de regio aan energie was zo groot, dat de impact op de natuur immens was. Er werd zelfs steenkool geïmporteerd uit Engeland. Het was de eerste keer in de geschiedenis van Vlaanderen dat er zo’n energieconsumerend systeem op poten werd gezet.”
Het hele onderzoek startte al in 2012. Het heeft verschillende doelstellingen, zoals het in kaart brengen van de Zwinhavens, maar ook de handelstransacties van Brugge. In het verleden lag de focus van historici vooral op handel in luxegoederen, maar het gros van de handel ging over gewone bulkgoederen, zoals hout of ertsen. “Daar weten we amper iets over”, vertelt historica Elisa Bonduel, die haar doctoraat wijdt aan bronnenonderzoek over die handel.
Elisa wil bovendien mee te weten komen hoe belangrijk Brugge was als transithaven naar het Vlaamse achterland. “Ik wil weten of er in de Zwinregio goederen werden overgeladen op kleinere schepen om in Vlaanderen verdeeld te worden. Was het Zwin de gateway van bulkproducten die via de zee naar Vlaanderen werden gebracht? Of speelde de Schelde daar een grotere rol in? Die lokale handel blijft voorlopig een zwart gat als ik kijk naar het beschikbare archiefmateriaal.”
Luxueus bord
Een ding is zeker: de regio werd overspoeld door handelaren uit heel Europa. Dat vertellen ook de materiële vondsten in en rond de voorhavens ons. Archeoloog Maxime Poulain: “Buitenlandse handelaren kwamen met de handelsgoederen naar Brugge en de Zwinhavens, en verbleven er in kolonies . Denk maar aan het Duitse handelsverband De Hanze. Ook Italianen en Spanjaarden verbleven in de regio, weten we.”
Ook Maxime hoedt voor een te enge focus op luxe in het laatmiddeleeuwse Brugge: “Ik probeer met mijn onderzoek naar de materiële cultuur in de 12de tot 15de eeuw vooral de alledaagse gebruiksvoorwerpen te inventariseren om de handelsstromen en -hoeveelheden beter te begrijpen. Het leuke aan de Zwinregio is dat luxeproducten zoals aardewerk uit Valencia overal terug te vinden is, ook bij de huishoudens waar je dat niet zou verwachten. Waarschijnlijk lieten de schippers die de buitenlandse handelaars door de Zwingeul loodsten zich betalen in natura. Die rijkere materiële cultuur kan wijzen op een bepaalde welstand. Toch is niet zo dat je zomaar genoeg eten op tafel kunt toveren omdat je een luxueus bord hebt. Niet iedereen profiteerde mee van het Brugse economische wonder.”
Waarom is dit onderzoek zo belangrijk, volgens Wim De Clercq? “Brugge, dat is niet alleen een toeristische trekpleister, dat is Unesco werelderfgoed. We zijn ons dikwijls niet bewust van het internationale belang van ons verleden en erfgoed. Een beetje chauvinisme is hier wel gepast. Daarom zijn we blij dat we dankzij de nieuwe technieken en visualisaties een breed publiek inzicht geven in één van de eerste grote Europese economische metropolen die er geweest is. En in de relativiteit ervan: hoe Brugge is opgekomen, maar ook hoe de stad weer is ondergegaan.”
Brugge, Damme, Monnikerede, Hoeke, Sint-Anna-ter Muiden en Sluis waren ooit dé tophavens van Europa. Maar de Zwingeul verzandde en de havens verdwenen. Een fietsroute met VR-kijkers en een belevingsexpo in het Zwin Natuur Park brengen de middeleeuwse Zwinhavens vanaf 3 juli terug tot leven.
&De expo loopt van 3 juli tot 7 november 2021, de fietsroute van 3 juli 2021 tot oktober 2023.
(foto's en beelden: Westtoer)
Lees ook
Stonehenge geeft sporen van veel ouder verleden prijs
Een bijzonder waardevolle ontdekking zet onze kennis over Stonehenge op zijn kop. Op de meest onderzochte site ter wereld vond een onderzoeksgroep met enkele UGent’ers sporen die veel ouder zijn dan alles wat er tot nog toe opgegraven werd. Dat er toch nog geheimen bloot te leggen zijn, weten we dankzij bio-ingenieur Philippe De Smedt, onder andere via bodemscans.
Het landschap als spoor naar vermiste soldaten uit WO I
Na de Eerste Wereldoorlog bleven tienduizenden soldaten vermist in de bodem van de Westhoek. In het In Flanders Fields Museum krijgen sommigen hun identiteit terug. UGent-archeoloog Birger Stichelbaut legde samen met UGent-alumnus Simon Verdegem het fundament voor de beklijvende expositie. Het resultaat van graafwerk en archeologie vanuit de lucht.
Bomen en granaten: een verhaal van veerkracht van de natuur
Wat als bomen konden praten? Zo nu en dan gebeurt het. En dan geven ze een blik op het verleden. Zo vertelt een 250-jarige eik uit het kasteelpark van Elverdinge nabij Ieper meer over de Eerste Wereldoorlog. Een oorlog die de boom overleefde, ondanks de bommenregen. Het Woodlab van UGent legt het verhaal van deze eik met zorg bloot.
Waarom studenten kritisch moeten leren denken
Ieder jaar krijgen honderden studenten mee hoe ze kritisch moeten omgaan met bronnen. Het vak ‘Historische kritiek’ moet hen doen inzien dat je informatie op verschillende manieren kan interpreteren. Een denkwijze die in deze tijden misschien meer dan ooit relevant is? “Wat we nu meemaken met sociale media, zagen we in het verleden nog gebeuren”, zegt professor Marc Boone.