Burn-out, ooit een term die voornamelijk werd geassocieerd met werkende volwassenen, duikt steeds vaker op bij jongeren en jongvolwassenen. Het lijkt wel alsof we te maken hebben met een epidemie. Maar is dat zo? En kunnen we in de nabije toekomst het tij keren? We vragen het aan onderzoekers Annelies Van Royen en Philippe Sterkens van de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen.
Wat is een burn-out nu echt?
Annelies: “Het is heel moeilijk om één universeel verhaal te schrijven over het concept burn-out. Er bestaan namelijk nog steeds heel wat misvattingen over wat een burn-out eigenlijk is.
Om te beginnen is het niet zomaar een synoniem voor stress of een depressie. Een burn-out ontstaat door een chronische werkgerelateerde overbelasting. Het concept ‘werk’ wordt daarbij heel ruim gezien. Het gaat over alle activiteiten die een inspanning vragen met een bepaald doel op het oog. Op het moment dat iemand onvoldoende middelen heeft om met de overbelasting van die inspanningen om te gaan, kan men de typische burn-out klachten ontwikkelen. Klachten zoals mentale en fysieke vermoeidheid, concentratieproblemen, emotionele instabiliteit en een afstandelijke houding tegenover de activiteiten die verantwoordelijk zijn voor de overbelasting. Dit laatste leidt tot een vicieuze cirkel: hoe meer je probeert te herstellen door afstand te nemen, hoe groter de stress lijkt te worden. Waardoor er secundaire symptomen kunnen ontwikkelen, zoals een depressieve gemoedstoestand, maag- en darmproblemen, hoofdpijn en slaapproblemen.”
Philippe: “Een burn-out heeft daarnaast ook veel te maken met je eigen draagkracht. Wanneer je 20 mensen in een zelfde veeleisende context plaats, zullen die uiteraard niet alle 20 een burn-out ontwikkelen. Het mooie, maar ingewikkelde, is dat stress heel relatief is. Wat voor de ene persoon heel stresserend kan zijn, is dat voor de andere minder.”
Preventie als de weg vooruit
Annelies: “Er zijn verschillende theorieën waarom burn-out klachten steeds vaker bij jongeren worden gesignaleerd. Een van de theorieën wijst op de overgangsfases in het leven van jongvolwassenen: van middelbaar naar hoger onderwijs en van school naar werk. Die fases gaan gepaard met nieuwe verantwoordelijkheden en het ontbreken van vaste herstelmomenten, zoals lange vakantieperiodes. Moeten we dan ons schoolsysteem wijzigen en minder eisen stellen aan onze studenten? Neen, dat is te kort door de bocht. Het gaat namelijk niet alleen om het verminderen van school- of werkstress, maar ook om het vergroten van veerkracht bij jongeren.
Daarom moeten we kritisch kijken naar onze samenleving, waarin constante digitale prikkels en druk de norm lijken te zijn. Ons brein krijgt geen rust meer. Naast een aantal beleidsmatige preventiemaatregelen zal er dus ook een wijziging nodig zijn in onze maatschappij rond hoe we leven en functioneren. Maar dat zal niet in één jaar tijd gebeuren.”
Een generatie met stigma
Philippe: “Een bijkomende uitdaging is het stigma dat nog steeds rond een burn-out hangt. Iedereen kent vandaag de dag het woord burn-out. Met de populariteit van het burn-out label en omdat velen er open over praten, is er ook lang het idee geweest dat er geen stigma meer rond hangt. Maar die openheid is nog geen inclusie. De publieke opinie blijft worstelen met het idee dat jonge mensen een burn-out kunnen krijgen. ‘Ze zijn nog zo jong, hoe kan dat nu?’ Dit versterkt het gevoel van falen bij jongeren. Ze voelen zich vaak buitengesloten of niet begrepen, wat hun herstel bemoeilijkt.”
Lossen we de burn-out epidemie op in 2025?
Philippe: "Een echte ‘oplossing’ in 2025 is niet realistisch. Maar er is goed nieuws. We moeten de term epidemie eigenlijk gaan relativeren. Het aantal ernstige burn-out gevallen (die een uitval veroorzaakt) blijft relatief stabiel. Wat we wel zien, is een sluipende toename van klachten die richting burn-out kunnen gaan. We naderen een oranje of rood stoplicht en we moeten dat serieus nemen."
Lees ook
Stappen we in 2025 met een DNA-paspoort de apotheek binnen?
Apotheker Koen Deserranno wil farmacogenetica dit jaar op de kaart zetten in België. Die innovatieve tak in de wetenschap gaat na hoe het DNA van een patiënt de werking van een geneesmiddel beïnvloedt.
Chelly’s strijd tegen leukemie: “We hebben je nodig – registreer je als stamceldonor”
Toen Chelly Kerkhof in december 2023 de diagnose acute myeloïde leukemie kreeg, stond haar wereld stil. Op 26-jarige leeftijd, in het laatste jaar van haar masterstudie Communicatiewetenschappen aan de UGent, werd ze plotseling geconfronteerd met een keiharde realiteit: haar leven was afhankelijk van een stamceldonor.
Nieuwe techniek om vaccins te produceren en bewaren kan game changer zijn bij virusuitbraken
Bij het indijken van een toekomstige virusuitbraak is er mogelijk een grote rol weggelegd voor de techniek die professor Thomas De Beer en zijn team van de faculteit Farmaceutische Wetenschappen ontwikkelden. Het ‘continu spinvriesdrogen’ kan de ontwikkeling, productie, opslag en transport van bijvoorbeeld mRNA-vaccins versnellen en vergemakkelijken.
Hoe kleine zebravissen de wetenschap vooruithelpen
Met 15.000 zijn ze, de zebravissen in de Core Zebrafish Facility Ghent op de site van UZ Gent. Ze worden er in de beste omstandigheden gekoesterd en verzorgd als proefdier door de onderzoekers van het Centrum Medische Genetica.