Is de zomer een piekperiode voor inbraken?

Stad

Bijna vakantie, hoog tijd om je koffers te pakken! Check jij voor je vertrekt ook tien keer of de voordeur goed op slot is en of het alarm wel aanstaat? Want al die mensen die op vakantie zijn, dat lijkt wel een droom voor inbrekers. Of niet? Thom Snaphaan, doctoraatsonderzoeker aan de vakgroep Criminologie, Strafrecht en Sociaal Recht zorgt voor opheldering.

Thom, we vallen meteen met de deur in huis: zijn er meer inbraken in de zomer dan in andere seizoenen?

“Uit cijfers van de Federale Politie blijkt dat er wel degelijk seizoensgebonden trends zijn voor bepaalde vormen van criminaliteit. We zien dat het aantal woninginbraken voornamelijk piekt in de winter. In de zomer ligt dat een stuk lager. In ons onderzoek in de provincies Vlaams- en Waals-Brabant zagen we voor de periode tussen 2009 en 2019 een gemiddelde stijging van 50 à 60 procent van het aantal woningbraken in het vierde kwartaal, in vergelijking met het derde kwartaal. Er waren zelfs uitschieters tot meer dan een verdubbeling van het aantal. De laatste maanden van het jaar zijn dus burning times voor woninginbraken. Zo noemen we in de criminologie tijdstippen waarop veel criminaliteit plaatsvindt.”

Hoe komt dat?

“Daar wordt al sinds lange tijd onderzoek naar gedaan. De Gentse statisticus Adolphe Quetelet stelde in 1842 al vast dat er meer vermogenscriminaliteit werd gepleegd in de winter. Daar is niet één directe oorzaak voor. In de literatuur worden er verschillende verklaringen aangewezen. Een van die verklaringen is het aantal uren daglicht. In de winter is het gewoon donkerder dan in de zomermaanden. De mate van guardianship, het informeel toezicht, zeg maar, is dan lager omdat er minder mensen op straat zijn en door de duisternis kan je ook veel minder zien. Dat maakt het inbrekers gemakkelijker om hun slag te slaan.”

“Sinds de jaren 90 zien we wel een algemeen dalende trend in inbraken. Dat is te danken aan de technologische vooruitgang en doordat ook mechanische beveiligingen steeds beter worden. Sinds er in auto’s bijvoorbeeld een startonderbreker is ingebouwd, zien we ook daar een opmerkelijke daling.”

Hoe kunnen mensen zich beter beveiligen tegen een woninginbraak?

“Los van die technische verbeteringen, zie je veel informele netwerken ontstaan waarin buren samen een oogje in het zeil houden. Dat zijn vaak digitale platformen zoals Facebookgroepen, WhatsApp Buurtpreventie of Hoplr. Je kan ook een stap verder gaan en een buurtinformatienetwerk of BIN oprichten.”

“Een BIN is een formeel samenwerkingsverband tussen de politie, de lokale overheid en de burger. Die samenwerking wordt bekrachtigd met een charter. Daarin maken de verschillende partijen afspraken over hoe ze met elkaar gaan samenwerken en dat doen ze rond verschillende aspecten van lokale veiligheid. Denk bijvoorbeeld aan criminaliteit, zoals inbraken, autodiefstallen en vandalisme, maar ook aan de bevordering van het veiligheidsgevoel.”

“Het aantal BIN’s stijgt jaar na jaar, momenteel zijn het er een 1.500-tal in België, waarvan het grootste deel, zo’n 80 procent, in Vlaanderen. In opdracht van de FOD Binnenlandse Zaken heb ik meegewerkt aan een studie rond deze netwerken. Daarin hebben we buurten met een BIN vergeleken met buurten zonder BIN. Die waren nog nooit eerder op zo’n grote schaal onderzocht. Onze studie is een pilotstudie, een lijvig basisonderzoek, geworden. Een van onze bevindingen is dat die BIN’s vooral een heel belangrijke functie hebben in de 'collectieve weerbaarheid’ van buurten. Daarmee wordt gedoeld op het sociaal vertrouwen tussen buren en de informele sociale controle die wordt uitgeoefend in de buurt.”

Zou je buren dan aanraden om een BIN op te richten?

“Dat hangt van verschillende factoren af. In de ene buurt is daar meer nood aan dan in de andere. De criminaliteitscijfers of het onveiligheidsgevoel zijn niet overal even hoog. Bovendien heb je ook een goede voedingsbodem nodig om zo’n samenwerkingsverband aan te gaan. Het is iets dat uit de buurtbewoners zelf moet komen. Bovendien vraagt een BIN best veel engagement. Zo heeft elke BIN een coördinator nodig. Dat is een buur die communiceert over de werking, contacten onderhoudt met de andere spelers, bijeenkomsten organiseert … Zonder zo’n gemotiveerd persoon, komt het initiatief niet van de grond.”

En jij, doe jij zelf aan inbraakpreventie?

“Hang- en sluitwerk van ramen en deuren is erg belangrijk, dat is bij mij thuis op orde. Ik zit zelf niet in een BIN. Ik woon ook in Nederland, waar het sowieso anders werkt. Mijn persoonlijke opvatting is ook dat je dergelijke initiatieven niet objectief kunt onderzoeken als je er onderdeel van bent, dat maakt je mogelijk bevooroordeeld.”

“Ik overweeg wel om zo’n deurbel met een camera erin te installeren. Heel handig als je nieuwsgierig bent naar wie er aan je deur staat als je niet thuis bent (lacht). De camera springt aan van zodra hij beweging op de oprit detecteert. Eigenlijk is het dus een soort beveiligingscamera en dat weten inbrekers natuurlijk ook. Misschien zullen ze mijn huis dan sneller voorbijlopen (lacht).”

Thom Snaphaan is doctoraatsonderzoeker aan de vakgroep Criminologie, Strafrecht en Sociaal Recht van de faculteit Recht en Criminologie. Samen met professor Wim Hardyns en professor Lieven Pauwels werkte hij mee aan het onderzoek Buurtinformatienetwerken en lokale veiligheid: Een evaluatiestudie op basis van een mixed-method experimenteel design.

Meer weten over de zomer?

Onze onderzoekers delen hun kennis over enkele zomerse thema’s. Lees over zonnecrème, aanschuiven in festivalrijen, hoe je de zomer doorkomt zonder zweetgeur en veel meer.

Lees ook

Waarom sommige mensen de regels overtreden (en hoe we dat kunnen voorkomen)

In 2022 werden er in België 892.548 misdrijven geregistreerd. Waarom overtreden zoveel mensen de regels? En hoe krijgen we dit cijfer omlaag?

Portretfoto van Charlotte Colman
view

De vooruitblik: wat brengt 2023 voor de ‘war on drugs’?

“In 2022 zagen we een stijging van het drugsgeweld in ons land. Mensen willen daar graag meteen een oplossing voor. Helaas, er is geen mirakeloplossing, dus ook in 2023 zal het niet meteen verdwijnen.” volgens professor drugsbeleid en criminologie Charlotte Colman.

Charlotte Colman
view