Judith of niet? Deze UGent’ers gingen op zoek naar de eerste gravin van Vlaanderen

Het Verhaal van Vlaanderen wist het zeker: in de doos die net opgediept was uit het erfgoeddepot van de Stad Gent zaten de overblijfselen van de enige echte Judith, de oermoeder van de graven van Vlaanderen. Maar was dat wel zo? Historicus Steven Vanderputten en bio-antropologe Isabelle De Groote lieten al hun wetenschappelijke kennis en onderzoeksmethoden los op die hypothese.

Wat voorafging...

Opgravingen

In 2009 ging de Stad Gent aan de slag met de heraanleg van het Sint-Pietersplein. De toenmalige dienst Archeologie van de Stad kreeg vooraf uitgebreid de kans om opgravingen te doen op het plein. Er werden skeletresten gevonden van zeven individuen, vlak voor de ingang van de huidige abdijkerk. De skeletresten werden onderzocht en verdwenen in een doos. Die doos is 15 jaar later te zien in het Verhaal van Vlaanderen omdat ze mogelijk de stoffelijke resten bevatten van Judith, de eerste gravin van Vlaanderen. De vraag van Tom Waes of het Judith is of niet, brengt de wetenschappelijke bal aan het rollen …

Steven, je staat met Tom Waes in de Zwarte Doos, het erfgoeddepot van de Stad Gent, bij een aantal skeletresten en hij vraagt “Is dit Judith?” en jij antwoordt … ?

Steven Vanderputten:I don’t know (lacht). En we wisten het ook niet, er was veel meer onderzoek nodig. Sinds 2009, toen voor het eerst geopperd werd dat het bij één van de menselijke resten wel eens over Judith zou kunnen gaan, is er enorm veel veranderd, in zowel het archeologisch, historisch, als het bio-antropologisch onderzoek. Na die opname groeide bij mij dus het idee om samen met een multidisciplinaire groep onderzoekers de uitdaging aan te gaan. Allemaal konden ze essentiële bouwstenen aandragen: nieuwe technieken, nieuwe vraagstellingen, en ook vooruitgang in wetenschappelijke inzichten.

Isabelle De Groote: “Eind 2019 ben ik naar de UGent gekomen en heb ik het ArcheOs labo voor biologische antropologie opgestart – nu lid van de GASC core facility. Toen ik de vraag kreeg van Steven, zijn Jessica Palmer, postdoc antropologie, en ik naar de Zwarte Doos gegaan en kregen we dé doos te zien. Daarin zat onder andere S127, de mogelijke Judith. Toen had ik nog niet kunnen weten hoe intensief dit “projectje” zou worden, maar we vonden het een enorm interessante vraag.”

Steven Vanderputten

En dan begon het echte werk.

Steven: “Voor Isabelle en haar team aan hun analyses konden beginnen, hadden ze een profiel nodig van de persoon waarnaar ze op zoek waren. Dat profiel is gebaseerd op historische bronnen. Ik als historicus kan dan niet zomaar een boek openslaan en enkele feiten over Judith opsommen. Nee, ik moet die historische bronnen systematisch gaan opzoeken, doornemen én toetsen op authenticiteit.”

Isabelle: “Het was een iteratief proces. Wij gingen Steven zijn bevindingen aftoetsen op wat we zagen in het skelet. Dat riep weer een pak nieuwe vragen op zoals: waar heeft die persoon gewoond, wat zou ze gegeten hebben, zou ze als kind borstvoeding gekregen hebben, droeg ze schoeisel … Allemaal vragen waarmee wij terug naar de historici gingen.”

Steven: “En dat is een stuk minder makkelijk te verifiëren dan je zou denken, want er bestaan niet zoveel bronnen uit die tijd en hun interpretatie is vaak behoorlijk uitdagend.”

Isabelle De Groote en Jessica Palmer

Geschiedenis en bio-antropologie vallen wel onder dezelfde faculteit (Letteren en Wijsbegeerte), maar zijn toch twee heel verschillende disciplines. Wat betekende dat voor het onderzoek?

Steven: “Bio-antropologen spreken een heel andere taal dan historici. Onze methodologieën en ons discours zijn helemaal anders.”

Isabelle: “Gisteren hadden we nog een discussie over het woord ‘belangrijk’. Steven zegt dat S127 een belangrijk persoon was. Op basis van historische bronnen kunnen we inderdaad afleiden dat enkel mensen van hoge sociale status op die plaats begraven mochten worden. Maar ik ga nooit kunnen zeggen of iemand belangrijk was. Dat woord bestaat bij ons niet. We kunnen wel zeggen of iemand bijvoorbeeld een dieet had dat aansluit bij dat van de elite uit de middeleeuwen. Belangrijk is voor mij iets sociaal, niet biologisch.”

Steven: “En toch zijn we niet met elkaar in tegenspraak. Het toont gewoon aan dat verschillende disciplines op een andere manier tot conclusies komen. De juiste manier vinden om met elkaar in gesprek te gaan was ook een leerproces.”

En dat hele proces kunnen mensen nu meebeleven tijdens een tentoonstelling in de Sint-Pietersabdij. Komen ze daar te weten of we Judith nu gevonden hebben?

Steven: “Dat houden we nog even voor onszelf. (glimlacht) Voor mij persoonlijk was dat ook niet de belangrijkste vraag. Ontdekken hoe dat multidisciplinaire onderzoek kon werken en hoeveel meer we konden ontdekken, ook in vergelijking met het originele onderzoek van 15 jaar geleden, dat was mijn primaire motivatie. Ondertussen weten we bijvoorbeeld een stuk meer over Gent in die periode, de site en haar omgeving, hoe mensen leefden in die tijd, begrafenisgebruiken ...”

Isabelle: “Een onderzoek op een individu zoals hier, dat doen wij eigenlijk bijna nooit. We werken meestal op populatieniveau, op grotere groepen. Voor ons was dit dus een heel apart project en ik was ook erg benieuwd om te zien hoe ver we konden geraken.

Judith
67-33

Nu, je zal mij nooit horen zeggen dat om het even welke hypothese waar is. Dat weet je nooit, tenzij er een plaatje bij het skelet hangt met een naam in gegraveerd. En dan nog. In dit geval hebben we wel geprobeerd, op basis van wat we in de literatuur vinden en wat we vaststelden op de schedel, om een gezichtsreconstructie te maken. We kwamen uit bij negen versies, allemaal met een verschillende kleur haar, ogen, huid ...”

Steven: “Vaak in tentoonstellingen wordt het resultaat van een onderzoek gepresenteerd, maar over het traject daar naartoe wordt niets gezegd. Terwijl net dat ook heel interessant is voor de bezoeker. Het onderzoek is een verhaal op zich en dat mag zeker verteld worden.”

Isabelle: “In deze tentoonstelling nemen we het publiek mee doorheen het proces. We presenteren hen onze bevindingen en laten hen zelf even wetenschapper zijn.”

En na de tentoonstelling gaat het skelet terug in de doos, and that’s it?

Isabelle: “Vandaag moeten we een beetje een evenwicht zoeken. Sommige resultaten zijn niet conclusief, maar we weten dat we niet kunnen blijven snijden. De stalen die we verzameld hebben gaan nu de diepvries in, letterlijk, tot we nieuwe analysemethoden hebben. Van het skelet van S127 is maar de helft bewaard, het materiaal is dus finaal. De rol van erfgoeddepots voor de bewaring van het skeletmateriaal is hierin cruciaal."

Steven: “Die zijn inderdaad onmisbaar. We moeten ons erfgoed echt met de nodige zorg bewaren, zodat ook volgende generaties ze kunnen onderzoeken. Ongetwijfeld zullen ze dat doen met andere, verfijndere methoden. Ik twijfel er niet aan dat binnen tien, twintig jaar nieuwe dingen naar boven zullen komen. En zo kunnen we telkens weer nieuwe, tot nu toe onbereikbare aspecten van het verleden verkennen. Dat vind ik geweldig.”

Judith. Een Karolingische prinses in Gent?

Vanaf 4 oktober kan je Judith. Een Karolingische prinses in Gent? bezoeken in de Sint-Pietersabdij. Ontdek er het fascinerende verhaal van Judith en vooral van het wetenschappelijk onderzoek van Steven, Isabelle en hun teams.

Professor Steven Vanderputten is historicus aan de vakgroep Geschiedenis van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Zijn onderzoek richt zich op de ontwikkeling van religieuze gemeenschappen, politieke cultuur en sociale structuren in de vroege en hoge middeleeuwen.

Professor Isabelle De Groote is bio-antropologe, verbonden aan de vakgroep Archeologie van dezelfde faculteit. Zij onderzoekt de menselijke evolutie, met een specifieke focus op moderne menselijke diversiteit, het ontstaan, de evolutie en het verdwijnen van Neanderthalers.

De tentoonstelling is een samenwerking tussen Historische Huizen Gent, de faculteit Letteren en Wijsbegeerte van de Universiteit Gent, het Henri Pirenne Instituut voor Middeleeuwse Studies, het ArcheOs Laboratorium voor Biologische Antropologie en de Dienst Stadsarcheologie & Monumentenzorg van de Stad Gent.

cover boek

In totaal werkten 17 onderzoekers mee aan het project. De hoofdonderzoekers zijn: Prof. Dr. Steven Vanderputten en Dr. Stefan Meysman (Vakgroep Geschiedenis, UGent), Prof. Dr. Isabelle De Groote en Dr. Jessica Palmer (Vakgroep Archeologie, UGent), Geert Vermeiren en Marie-Anne Bru (Stad Gent). Alle details over hun bevindingen kan je nalezen in de wetenschappelijke publicatie ‘Judith of West Francia, Carolingian Princess and First Countess of Flanders’, geredigeerd door Steven Vanderputten.

33-67

Read also

From research to impact: how technology transfer works at Ghent University

Ghent University not only attracts researchers and students, businesses also like to establish a presence near the university. Excellent research, know-how and highly trained professionals constitute the ideal breeding ground for innovation.

Campus Ardoyen
view

A ‘tree’mendous tale of natural resilience

What if trees could talk? Well, every so often they do. In doing so, they give a glimpse of the past. For example, a 250-year-old oak in the castle grounds at Elverdinge near Ypres tells us more about the First World War. The tree survived this war, despite the incessant bombs. The Woodlab at Ghent University tells us the touching story of this oak tree.

Boom
view

"Tinkering with crazy solutions for complex societal problems, without complex jargon"

“Knowledge is important. But we tend to get hung up in that part of the process sometimes,” says researcher Bas Baccarne (research group imec-MICT-Ghent University, in De Krook). He prefers it when thinking also leads to doing. Preferably together with a whole bunch of other stakeholders. And, if it’s up to him, in the stimulating environment of ‘Comon’.

Bas Baccarne
view

Meet the hills of Ghent

From the Sint-Kwintensberg over the Sint-Pietersnieuwstraat to the Plateau: we take you over some of the most famous (and trickiest) slopes around Ghent University campuses.

Plateaustraat
view