Onderzoekers kunnen meten waar het regent dankzij jouw telefoongebruik

Regen

In het kort

  • Neerslag wordt gemeten via satellieten, pluviometers en radars. Maar elk systeem heeft een nadeel.
  • Onderzoekers testen een nieuwe methode om neerslag te meten via het signaal tussen masten voor mobiele telefonie.
  • De methode werkt in ons land vooral goed in de Ardennen, omdat radars minder goed zijn in heuvelachtig terrein.

Wanneer en waar regent het? Of je het nu wilt weten voor je fietsrit of je tuinfeest – het is een vaak gestelde vraag. Maar hoe weten onderzoekers eigenlijk waar het regent, en hoe meten ze dat? En waarom lopen neerslagmetingen soms toch nog zo fout? 

Kwinten Van Weverberg (UGent & KMI) is geograaf en vertelt hoe een nieuwe techniek neerslag beter kan meten én ons kan helpen om de gevolgen van hevige neerslag beter te voorspellen.

Hoe meten we op dit moment waar het regent? 

Kwinten: “Hier in Europa meten we neerslag op drie verschillende manieren: met satellieten, pluviometers en radars. En elke manier heeft wel een nadeel. Bij satellieten zit er een grote fout op de gegevens. Pluviometers meten maar op één punt: het is niet omdat het in Deinze regent, dat het ook in Gent regent. En terwijl radars gebiedsdekkend zijn, zijn ze minder nauwkeurig dan pluviometers en ook heel duur, zowel in installatie als in onderhoud.”

Maar jullie werken nu met een nieuwe methode om regen te meten?

Kwinten: “Dat klopt. Wetenschappers ontwikkelden een innovatieve manier om te meten waar het regent: via het mobiele telefoonnetwerk. Als we via onze gsm communiceren met elkaar, verloopt dat via zendmasten. Die zendmasten zenden signalen door naar elkaar. Als het hard regent tussen twee zendmasten, verzwakt dat signaal.”

Het signaal tussen twee zendmasten is dus heel gevoelig voor regen. Bovendien wordt dat signaal constant gemonitord door telecombedrijven. Omdat de relatie tussen regenintensiteit en signaalverzwakking zo lineair is, kunnen wij uit die data van de telecombedrijven rechtstreeks afleiden hoe hard het regent tussen twee zendmasten.” 

“Op de simulatie hieronder zie je links de regenkaart die wij gemaakt hebben met de nieuwe techniek. In het midden zie je de regenkaart op basis van de radar, en rechts op basis van de pluviometers.”

regen

Werkt die nieuwe methode overal?

Kwinten: “De methode is vooral heel handig in gebieden waar er geen andere manieren zijn om regen te meten. Denk maar aan Centraal-Afrika. Gelukkig staan daar wel veel zendmasten die met elkaar communiceren. In sommige dichtbevolkte Afrikaanse landen staan wel duizend zendmasten – dat zijn dus duizenden metingen voor ons. Wij proberen in Centraal-Afrika nu te onderhandelen met de telecombedrijven om de nodige gegevens van hen te krijgen.”

"In België werkt onze methode trouwens beter in Wallonië dan in Vlaanderen, omdat er in Wallonië meer zendmasten zijn. In Vlaanderen verloopt er namelijk ook veel communicatie via glasvezel. Onze toegevoegde waarde zit vooral in de Ardennen, omdat radars minder goed zijn in heuvelachtig terrein. Vooral rond het Luikse werkt onze techniek echt goed.”

Heeft deze techniek nog andere voordelen?

Kwinten: “Omdat we betere gegevens hebben over waar het regent, kunnen we de mensen eerder waarschuwen. In Centraal-Afrika bijvoorbeeld, regent het soms extreem hard in de bergen. Het duurt dan een aantal uur eer die vloedgolf via de rivieren naar beneden komt. Soms heeft het in de lager gelegen dorpen zelfs helemaal niet geregend. Als wij weten waar in de bergen het hard heeft geregend, kunnen we de mensen in die dorpen op tijd waarschuwen voor landverschuivingen en modderstromen.”

“Maar ook in België kan onze techniek nuttig zijn. Denk maar aan de grote overstromingen in de Vesdervallei in juli 2021. Daar mat de radar een kleine onderschatting van de regen. Als we toen onze techniek hadden gecombineerd met gegevens van radars en pluviometers, hadden we een nauwkeuriger inschatting kunnen maken van de hoeveelheid regen.”

“We zijn ook aan het kijken of onze techniek interessant is om het type neerslag te meten. Voor het KMI is het vaak niet duidelijk waar ‘droge’ sneeuw valt die blijft liggen, en waar ‘natte’ sneeuw valt die wegsmelt. Zowel radars als pluviometers meten in beide gevallen gewoon neerslag. Het signaal tussen zendmasten is echter heel gevoelig voor natte sneeuw, maar praktisch ongevoelig voor droge sneeuw.”

“Door die verschillende metingen te combineren, kunnen we afleiden wat er naar beneden valt. Als er neerslag gedetecteerd wordt door de radar maar niet via onze techniek, is het droge sneeuw; als onze techniek ook neerslag meet, is het natte sneeuw. Dit onderzoek kan een echte gamechanger zijn voor het Agentschap Wegen en Verkeer, zodat ze beter weten waar ze moeten strooien.” 

Read also