
In het secundair onderwijs veranderen elk jaar 18.000 leerlingen van studierichting na een verkeerde keuze. Wat als we kinderen en jongeren kunnen helpen een betere studiekeuze te maken? Dat is het doel van de Leerstoel Studieoriëntering die de UGent samen met VOKA oprichtte.
Onderwijsexpert Wouter Duyck was samen met professor Nicolas Dirix en Eva Derous promotor van de Leerstoel: “De UGent ontwikkelde eerder met succes studieoriënteringstools zoals Simon en Columbus voor het hoger onderwijs. Voka wilde weten of er ook zo’n oriënteringstool bestond voor het secundair onderwijs. We gingen op zoek en wat bleek? In Vlaanderen bestaat er geen brede wetenschappelijk onderbouwde oriënteringstool. Dat prikkelde natuurlijk onze academische goesting, want met zo’n tool zouden we een grote maatschappelijke uitdaging kunnen aanpakken.”
Vandaag veranderen jaarlijks namelijk 18.000 leerlingen van richting. “Vaak volgens het beruchte watervalsysteem: starten in het ASO, om dan over te stappen naar het TSO of BSO. Met als gevolg dat een keuze voor het TSO of BSO een negatieve keuze wordt.”
Negatieve perceptie rond TSO en BSO doorbreken
Voka klopte aan bij de UGent met deze vraag omdat haar leden elke dag last hebben van de negatieve perceptie rond het TSO en het BSO. Technische profielen worden steeds schaarser op de arbeidsmarkt en vacatures raken niet ingevuld.
Wouter Duyck: “Nochtans heeft Vlaanderen met de invoering van de brede eerste graad geprobeerd om het negatieve imago van het technisch onderwijs te keren. Jammer genoeg is dat niet gelukt. De leeftijd waarop kinderen de definitieve studiekeuze maken is gewoon verschoven: van 12 jaar naar 14 jaar, bij de start van de tweede graad. Zonder dat de perceptie van ASO en BSO/TSO veranderd is.”
Leerstoel als oplossing
De volgende vraag van Voka was of de UGent ook voor het secundair onderwijs een exploratie- en oriëntatietool kon ontwikkelen. “Een Leerstoel bleek voor beide partijen de beste formule om op langere termijn samen te werken. De rollen zijn duidelijk verdeeld: Voka gaf ons carte blanche voor het onderzoek, zij staan in voor de financiering en de exploitatie van de tool via Talentcenters.”
Ondertussen opende Voka zeven Talentcenters. “Tieners tussen 12 en 14 jaar komen er via onze testen te weten bij welke studierichtingen hun interesses en talenten aansluiten. De belangstelling is groot: al meer dan 12,000 leerlingen brachten ondertussen een bezoek aan een van onze Talentcenters.”
Pionierswerk
Zo’n oriënteringstool schud je niet zomaar uit je mouw. Arbeidspsychologe Merel Dutry zette tijdens haar doctoraat een longitudinaal onderzoek op en volgde 867 leerlingen drie schooljaren lang op. Pionierswerk, benadrukt Wouter Duyck.
Wouter: “Voor de tool baseren we ons op hetzelfde model als bij Simon en Columbus (oriënteringstools voor hoger onderwijs, n.v.d.r.), maar de aanpassing naar een test op het niveau van deze leerlingen is een primeur. Merel bracht ook de interesseprofielen in kaart van de opleidingen in het derde middelbaar.” Naast een interessetest ontwikkelde het team ook een redeneertest. Voor de VR-test voor ruimtelijk inzicht werkten ze samen met imec-mict-UGent en voor de kennistest maakten ze gebruik van bestaande gevalideerde testen.
Brede talentverkenning als sleutel tot weloverwogen studiekeuzes
Merel: “In het Talentcenter stellen we een veelzijdig en uitgebreid profiel op van elke deelnemer. We beperken ons niet tot klassieke vaardigheden zoals wiskunde en taal, maar gaan veel breder. Zo testen we bijvoorbeeld fijne motoriek met een motorpaneel en meten we ruimtelijk inzicht aan de hand van oefeningen met een VR-bril. Die VR-gebaseerde tools maken de beoordeling niet alleen realistischer en eerlijker, maar bieden ook een nieuwe manier op STEM-talent te ontdekken.”
“Onze resultaten tonen aan dat tieners in het derde middelbaar vaak een studierichting kiezen die al aansluit bij hun interesses in het eerste middelbaar. Exploratietools die interesses in kaart brengen, kunnen dus ondersteuning bieden bij studiekeuzes - zeker in onderwijssystemen waar leerlingen op jonge leeftijd belangrijke beslissingen moeten nemen.”
“Tegelijk is het zo dat interesses nog in ontwikkeling zijn, en dat de vroege adolescentie een cruciale periode is voor het vormen van interesses en genderrollen. Daarom is het belangrijk om in deze fase brede, verkennende leerervaringen aan te bieden. Zo krijgen alle leerlingen de kans om hun interesses te ontdekken en te versterken, wat leidt tot betere keuzes en meer evenwichtige carrièremogelijkheden.”
Stimulans voor sociale mobiliteit en gelijke kansen
Voka is tevreden met het onderzoek. "Dankzij het uitgebreid onderzoek in het kader van dit doctoraat kunnen we het wetenschappelijk karakter van het Talentcenter garanderen. Zo kunnen we jongeren op een objectieve manier inzicht geven in de eigen talenten en interesses en in de studierichtingen die daarbij aansluiten. Het Talentcenter is voor duizenden jongeren elk jaar een belangrijk puzzelstuk in het maken van een weloverwogen studiekeuze. Op die manier wordt elk talent op de beste manier ontwikkeld. We hebben als Vlaamse werkgeversorganisatie dan ook graag bijgedragen aan de totstandkoming van dit doctoraat", zegt Hans Maertens, gedelegeerd bestuurder van Voka.
Maar de oriënteringstool heeft niet alleen het potentieel om van een technische opleiding een positieve keuze te maken, het gedroomde einddoel van Voka. De maatschappelijke impact gaat verder. Wouter: “Ik zie nog een belangrijke meerwaarde voor sociale mobiliteit en gelijke kansen. Ouders van kinderen uit arbeidersgezinnen of met een andere culturele achtergrond denken soms dat een opleiding Latijn niks voor hun kind is. Omgekeerd krijgt een dokterszoon door de tool misschien de suggestie om te kiezen voor automechanica.”
“Het is goed dat het kind hier centraal staat. Met hun talentenrapport kunnen ze ouders of leerkrachten tonen waarom ze voor een richting willen kiezen die aansluit bij hun talenten, en niet bij de verwachtingen. Zo gaat er geen talent meer verloren.”
Merel heeft haar doctoraat ondertussen succesvol afgerond, maar dit markeert allerminst het einde van het project – integendeel. Het vormt juist het startpunt van een duurzaam langetermijntraject dat, dankzij de steun van de Vlaamse overheid en minister Zuhal Demir, werd opgenomen in het regeerakkoord. Robbe Van Avermaet zal hier als nieuwe doctoraatsonderzoeker aan werken, onder begeleiding van promotoren Stijn Schelfhout en Wouter Duyck.
Dit is een update van een artikel dat eerder verscheen in 2023.
Read also
Deceased Juno’s friends run marathon for cancer research
Friends and relatives of Juno De Hauwere recently gathered at the starting line of the Ghent marathon. They weren’t just looking to achieve a sporting milestone, but above all they were there to honour Juno’s memory and raise funds for leukaemia research.
A charitable cause as a birthday gift: Rik and Bea’s inspiring fundraiser
Ghent University alumni Rik and Bea wanted to celebrate their most recent birthday with a big party and they had a very clear gift preference: No flowers or chocolates, they wrote in the invitation, but a donation to the Marleen Temmerman Fund of Ghent University. Their fundraising initiative brought in close to €5,000 for the Fund.
“If we want to feed nine billion people in 2050, we’ll have to look to the sea.”
Marine biologist and Professor Emeritus Patrick Sorgeloos (Faculty of Bioscience Engineering) was instrumental in shaping modern aquaculture in recent decades. If his career has taught him one thing, it is that aquaculture has a crucial role to play in continuing to ensure food security. “By 2050 more than half of our food must come from the sea. And it’s possible.”
Is a stool transplant a potential treatment for Parkinson’s?
A recent study into Parkinson’s disease has shown that a stool transplant may constitute a new and valuable treatment of the disease. “It offers a potentially safe, effective and cost-efficient way of alleviating the symptoms and improving the quality of life of millions. A 'bacterial pill' might replace the stool transplant in the future. But more research is needed.”