Even goede vrienden: twee meningen over biotechnologie

Geert De Jaeger en Dirk Holemans

De moderne biotechnologie in de landbouw is een veel­besproken topic. Geert De Jaeger is professor aan de UGent en werkt als plantenbiotechnoloog aan het Vlaams Instituut voor Biotechnologie. UGent-alumnus Dirk Holemans is coördinator van de sociaal-ecologische denktank Oikos en voormalig politicus bij Groen. Ze staan lijnrecht tegenover elkaar op vlak van moderne biotechnologie in de landbouw. Het levert een stevig debat op, maar de belangrijkste conclusie: they agree to disagree.

Professor Geert De Jaeger, u bent gespecialiseerd in systeembiologie van planten en praktiseert de CRISPR-Cas technologie in uw onderzoek. Maar wat is dat precies?

Geert De jaeger: “De CRISPR-Cas technologie is een vorm van genoombewerking. Dat betekent dat er snelle en nauwkeurige veranderingen worden aangebracht in het genetisch materiaal van levende wezens. Ons onderzoek wordt onder meer gebruikt om de productiviteit en kwaliteit van landbouwgewassen te verhogen én om technieken te ontwikkelen die de landbouw meer in harmonie brengen met de natuur."

Het Europees Hof voor Justitie heeft onlangs beslist dat het CRISPR-onderzoek onder de ­regelgeving van genetisch gemodificeerde organismes valt. Zijn jullie het eens met die beslissing?

Geert De Jaeger: "Wij vinden dat onterecht omdat producten uit de conventionele mutagenese zoals de roze pompelmoes wel uitgezonderd zijn van die wetgeving. Bij conventionele mutagenese worden met behulp van bijvoorbeeld radioactieve straling tal van DNA-wijzigingen aangebracht. De genen die een positief effect opleveren worden vervolgens geselecteerd. Waarom valt dit niet onder de GGO-wetgeving en onze methode wel? Omdat onze methode nieuwer is. Het Europees Hof stelde dat alle mutagenesetechnieken ontwikkeld vóór 2001 onder de noemer ‘conventionele mutagenese’ vallen, die erna niet. Dat is het voorzorgsprincipe, iets bestaat al zo lang dat het als veilig voor mens en dier wordt beschouwd. Onze wetenschap maakt het nochtans mogelijk om producten te maken waarbij er enkel een paar bouwstenen aan het DNA veranderd zijn. Er worden dus geen vreemde genen ingebracht. Wij beschouwen onze technologie daarom even veilig als conventionele mutagenese.”

"Ik geloof in een ander soort landbouwwetenschap, waarbij we vertrekken vanuit de grote variëteit aan landbouwgewassen om nieuwe variëteiten te creëren die bestand zijn tegen wijzigende omstandigheden."
Dirk Holemans

Dirk Holemans: “Ik ben het daar niet mee eens. Het was een terechte beslissing om het voorzorgsprincipe toe te passen op de CRISPR-technologie. Dat principe is op­genomen in het Europees Verdrag van Lissabon en staat centraal in het milieubeleid. Als er een nieuwe technologie is, moeten we eerst kijken wat de mogelijke negatieve impact daarvan is. Er zijn altijd onverwachte effecten die optreden bij genmutatie. Dat moet grondig geëvalueerd worden. Als de komende jaren blijkt dat het goed zit, kan die goedkeuring er komen. Ik ben trouwens ook geen voorstander van de conventionele mutagenese. Ik geloof in een ander soort landbouwwetenschap, waarbij we vertrekken vanuit de grote variëteit aan landbouwgewassen om nieuwe variëteiten te creëren die bestand zijn tegen wijzigende omstandigheden. Die agro-ecologische aanpak vertrekt niet vanuit het bestuderen van geïsoleerde planten in het labo, maar is een geïntegreerde aanpak waarbij we samenwerken met boeren. Dat is voor mij de toekomst van de landbouw en ik kan dat niet reduceren tot een discussie over welke labotechniek toegelaten moet zijn.”

Geert De Jaeger: “Ik begrijp niet waarom het geen en-en-verhaal kan zijn. Geen enkele onderzoeker in mijn veld heeft een probleem met organic farming of heeft ooit al een veld vernietigd. CRISPR-Cas verschilt niet van conventionele mutagenese, dus waarom wordt het dan geblokkeerd?”

Is het en-en-verhaal dan geen optie?

Dirk Holemans: “Nee. Ik kijk naar de realiteit zoals die zich heeft ontwikkeld in de voorbije 30 jaar. Dan zie je dat de moderne biotechnologie er vooral toe heeft geleid dat we nu grote arealen hebben aan gewassen die bestand zijn tegen pesticiden en die grotendeels in handen zijn van grote concerns als Bayer. Met als gevolg dat de autonomie van de boeren sterk verminderd is. Ik twijfel er niet aan dat alle onderzoekers aan VIB met grote integriteit hun werk doen. Maar ik kan enkel vaststellen dat er in de raad van bestuur van VIB een topman van Bayer zit. En dat er geen enkele vertegenwoordiging is van consumenten of boeren.”

Geert De Jaeger: “Ik begrijp die bezorgdheid, maar dat heeft niks te maken met onze technologie op zich. Men linkt altijd problemen – die trouwens zeker de moeite zijn om over te discussiëren – aan onze technologie, maar die discussies hebben geen nut als die problemen ook van toepassing zijn voor andere technologieën. Zo zijn er heel wat toepassingen van CRISPR-Cas die niet vasthangen aan multinationals. Bijvoorbeeld de papayateelt in Hawaï waar de intellectuele eigendom volledig in handen is van de boeren. Of een type aubergine in Bangladesh waarvan de zaden rechtstreeks bij de boeren terechtkomen. Ik wil dit echt benadrukken: we hebben het hier over de technologie. De verantwoordelijkheid om met die technologie in de praktijk aan de slag te gaan, ligt bij de politiek. En daar loopt het volledig mis. Voor mij is het probleem van landbouw of voedselproductie een probleem van beleid, niet van technologie.”

Geert De Jaeger
67-33

Dirk Holemans: “Het is een illusie dat je een techno­logie kan losmaken van de sociaal-­economische context. De voorbeelden die je aanhaalt, zijn uitzonderingen. We kunnen het areaal van de aubergines en papaya’s toch niet vergelijken met de sojateelt in Zuid-Amerika?”

Hoe komen we dan tot een oplossing?

Dirk Holemans: “We verschillen fundamenteel van mening in wat die oplossing hoort te zijn. Ik ben het wel eens met Geert dat het probleem bij het beleid zit. Daarom mijn vraag aan hen: in welke benadering steek je geld en energie? Met technologie kunnen we veel, maar het is een misvatting te denken dat je daarmee complexe problemen uit de wereld kan helpen.”

"Waarom zet je die techniek niet in? Ik kan daar niet goed inkomen. Je mist zoveel opportuniteiten. Je houdt daarmee eigenlijk ook de vergroening van de landbouw tegen."
Geert De Jaeger

Geert De Jaeger: “En toch ben ik ervan overtuigd dat er toepassingen zijn bij CRISPR-Cas die volledig conform zijn met jullie holistische visie. Een mooi voorbeeld is wat er ontwikkeld werd aan Cold Spring Harbour Laboratories in de VS. Daar maakte men gebruik van CRISPR-Cas om een tomaat die niet in de teelt geraakte, te muteren. De onderzoeker heeft die tomaat daarom zodanig genetisch gewijzigd dat die makkelijker te telen én bovendien gezonder is. Je hebt een techniek die dat mogelijk maakt. Waarom zet je die techniek dan niet in? Ik kan daar niet goed inkomen. Je mist zoveel opportuniteiten. Je houdt daarmee eigenlijk ook de vergroening van de landbouw tegen!”

Dirk Holemans

Dirk Holemans: “Dat vind ik nu wel de strafste uitspraak van heel dit gesprek. Dat is een typisch voorbeeld van wetenschappelijk optimisme dat té veel belang hecht aan de kracht van het labo-onderzoek. De grote uitdagingen van de landbouw kunnen enkel opgelost worden door het totaal herdenken van landbouwpraktijken. Neem nu droogte: we kunnen droogtetolerante planten maken, maar we gaan nooit planten zodanig kunnen modificeren dat ze geen water meer nodig hebben. Steken we dat geld dan niet beter in kwaliteit van de bodem, een hoger organisch gehalte, hogere waterretentie, schaduw, … We hebben een hele waaier aan inzichten en technieken nodig om de landbouw te vergroenen. Het feit dat CRISPR-Cas nog enkele jaren case per case wordt bekeken, houdt die vergroening echt niet tegen.”

33-67

Geert De Jaeger: “Ik vind dat de uitdagingen te groot zijn. We moeten alle tools die we beschikbaar hebben, kunnen inzetten. Een holistische visie en globale aanpak is essentieel, maar daarbinnen kan onze technologie perfect een plaats hebben om nog sneller tot oplossingen te komen.”

Lees ook

Veilig en gezond eten voor iedereen: Gents onderzoek wordt Europees beleid

Wat begon als een occasioneel zijproject, resulteerde dit jaarin een wijziging van een Europese wet: dankzij Liesbeth Jacxsens en Mieke Uyttendaele kan er nu meer voedsel gedoneerd worden aan wie het nodig heeft.

Coupure
view

UGent zet in op circulair waterbeleid met proefproject helofytenfilters

De UGent verbruikt jaarlijks ongeveer 260 000 m³ water, waarvan momenteel 92% hoogkwalitatief leidingwater is. Daar moet verandering in komen en dat doen de UGent door middel van een circulair waterbeleid – en een breuk met traditionele techniek. Daarom staat er aan de Site Heymans sinds 12 mei 2021 een waterfiltratie-installatie die werkt op basis van moerasplanten en -bacteriën: een zogenaamde helofytenfilter.

Tom Ceriez knielt bij de helofytenfilter
view

Het grote belang van kleine bossen

In de strijd tegen de klimaatverandering spelen niet alleen grote, maar ook kleine bossen een rol. Ze blijken zelfs veel belangrijker dan gedacht. Kleine bossen slaan verhoudingsgewijs namelijk meer koolstof op dan hun grote broers. Het is dan ook erg belangrijk ze te koesteren en er zelfs bij te planten.

Klein bos
view

Korneel Rabaey: ‘Elk gezin kan haar eigen kraanwater voorzien’

Ons kraanwater legt elke dag honderden kilometers af, terwijl er meer dan voldoende op ons dak valt. Het is volgens bio-ingenieur Korneel Rabaey nochtans perfect haalbaar om naar een lokale of zelfs circulaire watervoorziening over te schakelen.

Kraantjeswater
view