Van onderzoek naar impact: hoe technologietransfer aan de UGent werkt

Campus Ardoyen
18 januari 2024 |

De UGent trekt niet alleen onderzoekers en studenten aan, ook bedrijven nestelen zich graag in de nabijheid van de universiteit. Excellent onderzoek, knowhow en hoogopgeleiden vormen de ideale voedingsbodem voor innovatie.

Wie Gent geregeld passeert met de auto, is het misschien al opgevallen. Het landschap dat aan je voorbij flitst verandert aan sneltempo. Denk maar aan de enorme heuvel die je langs de E40 aan je linkerkant ziet opdoemen tussen de afrit Merelbeke en de verkeerswisselaar met de E17. Daar, op Tech Lane Ghent Science Park, is het momenteel een komen en gaan van bouwkranen en vrachtwagens, omdat er volop nieuwe gebouwen worden opgetrokken.

Een boogscheut daarvandaan, nog steeds op hetzelfde wetenschapspark, springen drie uit de kluiten gewassen constructies in het oog: de bio-accelerator, de AA Tower en de iGent-toren. In hun schaduw maakt de ene afgewerkte werf plaats voor een nieuwe. En als je de snelweg zo’n vijftig kilometer verder volgt richting kust, dan bots je op het Ostend Science Park. Tussen de polders groeit daar de blauwe economie.

Vooral de laatste jaren is er op beide wetenschapsparken een versnelling in bouwactiviteit. Het is er letterlijk bouwen aan de toekomst, want de bedrijven die er zich vestigen zijn stuk voor stuk innovatieve spelers. Die evolutie komt er niet toevallig. Het is het resultaat van een ambitieus beleid van de UGent.

Dat beleid is terug te brengen tot één heldere ambitie: impact creëren via onderzoek. De kennis en expertise die onze onderzoekers elke dag opbouwen verspreiden we niet enkel onder collega’s, maar delen we met de hele samenleving, zodat iedereen er de vruchten van kan plukken. Dat kan bijvoorbeeld door beleidsmakers te adviseren, samen te werken met belanghebbenden, deel te nemen aan het maatschappelijk debat, … Of door de kennis te gebruiken om nieuwe producten of diensten naar de markt te brengen: technologietransfer.

Die laatste stap kan een universiteit niet op haar eentje realiseren. “Een goede relatie met de bedrijfswereld is essentieel voor innovatie. We maken samen de vertaling van loutere knowhow naar iets dat nuttig is voor de samenleving”, vertelt Kristof Beuren, general manager van UGent TechTransfer. De UGent heeft samenwerkingen met heel wat internationale spelers in diverse sectoren. Denk maar aan CNH (landbouwmachines), Johnson & Johnson (farma), Daikin (klimaatregeling) en Arcelor Mittal (staalsector).

Een deel van die samenwerkingen start bij de bedrijven zelf. Zij schakelen de UGent in om kennis te leveren die ze zelf niet in huis hebben, bijvoorbeeld om uit te zoeken waar hun processen verbeterd kunnen worden, om technologische problemen op te lossen, of om nieuwe pistes te verkennen. Het gaat in bepaalde gevallen om heel specifieke expertises, waarin de UGent wereldtop is, en die nergens anders te vinden zijn. Maar ook vanuit de UGent stimuleren en initiëren we dat soort samenwerkingen, net zoals Vlaanderen en Europa dat doen. “UGent-onderzoekers kunnen bijvoorbeeld bij het industrieel onderzoeksfonds (IOF) financiering vragen voor het ontwikkelen van een technische en industriële proof- of- concept om investeerders te overtuigen van het potentieel van een bepaalde technologie. Daar voegen we nu ook acceleratieprojecten aan toe, waarbij een selectie van projecten gepitcht wordt aan een netwerk van business angels. De projecten die hen kunnen overtuigen, krijgen extra financiering van de UGent.”

Tegelijk is het niet de bedoeling dat álle onderzoeksresultaten ‘economisch valoriseerbaar’ zijn. “Wel integendeel”, zegt rector Rik Van de Walle: "Fundamenteel onderzoek – ook wel nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek genoemd – is een van de belangrijkste kerntaken van een universiteit zoals de onze. Met 'nieuwsgierigheidsgedreven' wordt verwezen naar een cruciaal aspect van academische vrijheid: academici die dat wensen moeten maximaal kunnen inzetten op onderzoeksvragen die ze zélf beantwoord willen zien, los van mogelijke toekomstige valorisatiemogelijkheden. Dergelijk onderzoek is waardevol, simpelweg omdat de creatie van nieuwe kennis intrinsiek waardevol is."

“Een goede relatie met de bedrijfswereld is essentieel voor innovatie. We maken samen de vertaling van loutere knowhow naar iets dat nuttig is voor de samenleving”
Kristof Beuren, general manager UGent TechTransfer

Speuren naar toepassingen

Toch wordt er voortdurend uitgekeken naar valoriseerbaar onderzoek, de missie ‘impact’ indachtig. “Valorisatie aan de UGent is een huis met veel kamers”, legt Kristof Beuren uit. “Je hebt UGent TechTransfer, maar er zijn ook de zogenoemde IOF-business developers, de IOF-platformmedewerkers en de IOF-innovation officers. De business developers zijn vaak mensen die onderzoeks- en bedrijfservaring combineren. Zij zitten op verschillende faculteiten en zijn ingebed bij thematische clusters van onderzoeksgroepen, zoals hernieuwbare energie of gezondheidszorg, zodat ze nieuwe ontwikkelingen van heel nabij kunnen opvolgen.” Samen brengen de IOF actoren vragen van de industrie naar de onderzoekers. “De samenwerking tussen die verschillende ‘kamers’ van het valorisatiehuis is een krachtig model”, aldus Kristof. “We kunnen ideeën aan beide kanten oppikken en zo zelf proactief initiatief nemen om verdere stappen te zetten.”

De business developers helpen onderzoekers nadenken over mogelijke toepassingen, en beoordelen het valorisatiepotentieel van onderzoeksresultaten. Bijvoorbeeld een methode om heel snel soortspecifieke antibiotica te maken, een nieuwe manier om humane melksuikers te produceren, of technologie om data uit verschillende sensoren in real time te verwerken en te interpreteren.                                          

Win-win-win

Als er effectief potentieel is om te vermarkten, dan bestaan er meerdere mogelijkheden. De vaakst gekozen optie is die van licentiëring. Dan gaat een bedrijf aan de slag met technologie die eigendom is van de UGent, in licentie. Het is een win-win-win: het bedrijf hoeft niet te investeren in onderzoek, en kan meteen aan de slag. De maatschappij profiteert op haar beurt van de innovatie. En de UGent krijgt in return een faire prijs. Kristof: “Het is een soort hefboomwerking: van iedere euro subsidie proberen wij een groter bedrag te maken, dat we herinvesteren in onderzoek, om van daaruit nieuwe impact te creëren.”

Veel spin-offs

Er kan ook een nieuw bedrijf uit het UGent-onderzoek ontstaan, in de vorm van een spin-off. Soms zet een onderzoeker zelf de stap naar het ondernemerschap, soms richt een derde een nieuw bedrijf op op basis van onderzoeksresultaten.

De UGent investeert bewust veel in deze spin-offs. Zo kunnen onderzoekers in het pad naar een mogelijke spin-off een beroep doen op de venture track, waarbij ze intensief begeleid worden in alle stappen die het oprichten van een eigen bedrijf met zich meebrengt. Bovendien kunnen spin-offs zich vestigen op de wetenschapsparken. Zo pikken ze meteen heel wat praktische voordelen mee. “Denk maar aan laboruimte”, legt Kristof uit. “Duur en vaak moeilijk in te richten in een huurgebouw. In onze incubatoren zijn die faciliteiten al aanwezig. En ze zitten dicht bij collega-starters, dus ze leren ook van elkaars ervaringen.”

“Dat partijen als Johnson & Johnson en Daikin, met wereldwijd opties om te bouwen, voor ons kiezen, mag je als een rechtstreeks gevolg zien van de succesvolle bloei die er momenteel plaatsvindt.”
Johan Bil, business developer bij UGent

Een bloeiend ecosysteem

De reden achter de uitgebreide steun voor spin-offs, is hun cruciale rol in het ecosysteem dat hier groeit, vertelt Johan Bil, business developer bij UGent TechTransfer. “Start-ups zijn de olie die het ecosysteem smeert en doet draaien. Zij nemen de risico’s, maken de ideeën werkelijkheid. Met hun succes komt groei en aandacht van internationale spelers, die de bedrijfjes opkopen.” De grote bedrijven krijgen zo een poot op het wetenschapspark, wat het systeem van binnenuit doet groeien. De impact van spin-offs is dus groter dan puur technologie overbrengen naar de maatschappij: er is jobcreatie en, in het geval van succes, welvaart.

Elk jaar zien zo’n acht nieuwe UGent-spin-offs het levenslicht, een cijfer dat de universiteit de komende jaren graag wil opkrikken naar minstens tien. Al is dat niet het enige dat telt. Johan: "Minstens even belangrijk is het overlevingspercentage. Dat ligt hoog bij de UGent: zo'n 90 procent van onze bedrijven is na vijf jaar nog steeds actief.” Alles samen zijn er de afgelopen tien jaar 80 spin-offs opgericht. Verscheidene van die spin-offs zijn ondertussen ook overgenomen door grotere bedrijven. Denk aan namen als New Relic, Nvidia, Bruker, Amatsi en BASF. Internationale toppers dus.

Intussen is de omgeving zo aantrekkelijk geworden, dat grote spelers ook zonder zo’n overname bewust kiezen om zich in het Gentse ecosysteem te vestigen. Johnson & Johnson, de groep boven Janssen Pharmaceutica, is daar één van. In samenwerking met Legend Biotech voltooit de farmagigant er momenteel een innovatief centrum van 26.000 m2 voor de productie van een kankerbehandeling, Car-T. En ook Daikin zette recent de stap naar het wetenschapspark. “Bedrijven willen naar hier komen, net omwille van het ecosysteem. Ze zien wat er hier gebeurt en vinden het een interessante omgeving om zich ook hier te vestigen”, zegt Johan. “Dat partijen als Johnson & Johnson en Daikin, met wereldwijd opties om te bouwen, voor ons kiezen, mag je als een rechtstreeks gevolg zien van de succesvolle bloei die er momenteel plaatsvindt.”

Wetenschapsparken: ecosystemen met kruisbestuiving als rode draad

In het proces van technologietransfer werken wetenschapsparken als katalysator: in principe kan je zonder, maar de meerwaarde ervan is niet te onderschatten. De UGent heeft er momenteel twee: Tech Lane Ghent Science Park in Zwijnaarde, en Ostend Science Park in Oostende.

Het verhaal van Tech Lane Ghent begint in 1972, wanneer de UGent campus Ardoyen ontwikkelt als uitbreiding voor de toenmalige faculteit Toegepaste wetenschappen. In 1989 volgt de beslissing om op dezelfde campus een wetenschapspark uit te bouwen. Dan al bestaat de ambitie om een context creëren waarin universitaire kennis en innovatieve bedrijven samen kunnen groeien. De laatste jaren is het wetenschapspark booming. “Wie hier rond de eeuwwisseling afstudeerde, zal de campus amper nog herkennen”, zegt Johan Bil, business developer bij UGent TechTransfer. Alles samen werken er binnenkort meer dan 5.000 mensen en jaarlijks vestigen er zich zo’n 5 nieuwe bedrijven.

Het Ostend Science Park is een jonger samenwerkingsverband tussen de UGent, Haven Oostende en POM West-Vlaanderen. Hier ligt de focus op marien onderzoek en bedrijven die actief zijn de blauwe economie. De groei van dit wetenschapspark wordt intussen volop verdergezet met de komst van bedrijven zoals E-Bo en GeoXYZ.

“Je kan onze wetenschapsparken – en bij uitbreiding het hele techtransferbeleid van de UGent – zien als één groot ecosysteem voor innovatie”, vertelt Johan. “Je vindt hier start-ups en scale-ups, maar ook strategische onderzoekscentra zoals imec en VIB, en internationale spelers als Sanofi, Ocas-Arcelor en BASF. Zij profiteren allemaal van de bijzondere omgeving én dragen er tegelijk aan bij.”

De incubatoren en andere ondersteuning voor starters zijn daarbij niet de enige factor van belang. Minstens even belangrijk is de aanwezigheid van talent. “De aanwezigheid van de universiteit is cruciaal”, aldus Johan. “Onze onderzoekers leveren nieuwe kennis, onze opleidingen zijn een bron van nieuw talent. Tegelijk brengen de bedrijven op de wetenschapsparken internationale netwerken mee, en leveren ook zij onmisbaar talent. De aanwezigheid van al die ondernemingszin en multinationals werkt stimulerend. Je voelt hier de creativiteit borrelen.”

Nu al hebben heel wat onderzoekers van de UGent hun labo’s en kantoren op de wetenschapsparken, en in Gent geven ze er ook les aan Vlaamse en internationale studenten. In de toekomst zal dat nog toenemen. UGent Verbeeldt, het toekomstplan voor de universiteit, schetst de ambitie: tegen 2050 moet Tech Lane Ghent Science Park de beide ingenieursfaculteiten én de faculteit Economie en Bedrijfskunde huisvesten, samen met strategische onderzoekscentra en toonaangevende R&D bedrijven. Het zal ervoor zorgen dat de kruisbestuiving alleen maar intenser wordt.

Lees ook

Bestuurskunde en publiek management: één richting, meerdere wegen

Drie alumni blikken terug op hun opleiding en de richting die ze uiteindelijk uitgingen. Wat begon op dezelfde weg leidde naar andere oorden. Simon, Laure en Wouter studeerden alle drie bestuurskunde en publiek management.

Campus Tweekerken
view

Peter Hinssen ziet een grote rol voor universiteiten in de toekomst van ondernemen

Technologie-ondernemer Peter Hinssen bekijkt de toekomst van ondernemen rooskleurig. “De maatschappelijke uitdagingen bieden heel veel mogelijkheden.”

Peter Hinssen
view

Drie generaties over hun vakgebied en studententijd: "De economie verandert razendsnel, maar de basis blijft hetzelfde"

Alle drie studeerden ze bedrijfskunde aan de UGent, zij het in compleet andere tijden. Nu keren ze terug naar de campus om een stand van zaken op te maken. Over de economie, hun studies en de wetenschap. De rode draad? “Dat er altijd uitdagingen zullen zijn, maar dat bedrijfskunde je de juiste tools geeft om daarmee om te gaan.”

Alumni
view

“Ongehinderd door jargon zotte ideeën bedenken voor een beter Gent”

“Kennis is één ding. Maar we blijven soms te lang in deze fase hangen”, zegt onderzoeker Bas Baccarne (onderzoeksgroep imec-MICT-UGent, in De Krook). Hij verkiest de shortcut van ‘denken’ naar ‘doen’. Het liefst samen met veel stakeholders. En het allerliefst in de stimulerende omgeving van ‘Comon’.

Bas Baccarne
view